Eens een scheefpoeper, altijd een scheefpoeper.
Dat beweren wij niet, wél een artikel uit het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift Nature. Maar omdat we je niet plat willen slaan met een teveel aan wetenschappelijk jargon, vatten we het kort en bondig samen.
De onderzoekers van Nature keken naar de de activiteit van de amygdala, het negatieve reactie-epicentrum in ons brein. Daaruit blijkt dat een leugenaar of bedrieger zich steeds minder schuldig voelt, per keer dat hij gepakt wordt. Bedriegen en betrapt worden, is dus allemaal een kwestie van gewoonte. In het begin voelt het wat raar aan, maar dat gaat na een tijdje over.
Het onderzoek bewijst eveneens dat bedriegers weinig moeite hebben om smoesjes te verzinnen. Wanneer ze liegen om de eigen partner niet te kwetsen, wordt dat door hun brein ontvangen als 'eerder aanvaardbaar'. Een cheater zal dus sneller liegen, niet alleen voor het eigen gemak. Maar ook voor het comfort van de ander, zo denken ze.
Klinkt allemaal plausibel, zeg je? Dan zou het wel eens kunnen dat je een - chronische - bedrieger bent.