Chinese buitenlandminister Qin Gang spelt groene Duitse minister de les.
Ons land is zo inclusief en politiek correct dat – wanneer je in officiële functie bent – je elke zin best even gorgelt in je mond vooraleer je hem loslaat. Een leraar - bijvoorbeeld - loopt al gevaar als hij ‘jongens en meisjes’ zegt in plaats van ‘leerlingen’. In het verre Azië daarentegen, doen ze dat toch nog even anders. En ze zijn er met velen. China is niet langer het land met de meeste inwoners, lezen we vandaag in de kranten. In India zouden er op dit moment zo’n 35.000 mensen meer wonen. De VN schat dat er intussen 1.425.782.975 mensen in India wonen, terwijl dat er in China ‘maar’ 1.425.748.032 zijn. Dat is uiteraard nattevingerwerk, want je telt zoveel volk niet zomaar even.
Wat geen nattevingerwerk is, is de manier waarop een kleine drie miljard mensen met mensenrechten omgaan. In India is het kastensysteem sinds 1950 verboden, maar in de praktijk krijgt lang niet iedereen een gelijke behandeling. Discriminatie op basis van afkomst/kaste is wellicht het minst onder- kende en meest omvangrijke en ingrijpende mensenrechtenprobleem ter wereld. Het treft minstens 260 miljoen mensen op bijna elk gebied: wonen, werk, gezondheid, onderwijs, recht, en niet in het minst in persoonlijke relaties.
In China durven ze dan weer losjes omgaan met andersdenkenden. Dat wilde de groene Duitse minister voor Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock even kwijt tijdens haar meerdaags bezoek aan het land. Op de planning stonden een reeks gesprekken, onder meer over de oorlog in Oekraïne en de Chinese houding tegenover Taiwan. Jongleren met de waarheid, zeg maar.
Na een ontmoeting werd ze door ambtgenoot Qin Gang de les gespeld. Hij vertelde aan de pers dat “wat China het minst nodig heeft, een leraar uit het westen is”. Volgens de Chinese minister moet zijn Duitse collega haar westerse groene bril afzetten. Volgens Qin Gang is er geen “uniforme standaard in de wereld” voor mensenrechten , omdat elke staat een eigen culturele en historische achtergrond heeft.
Daarmee trapte hij op Duitse lange tenen. “Als lid van de Verenigde Naties, is China verplicht zich te houden aan de “universele” mensenrechten, die “gemeenschappelijke maatstaven” zijn”, reageerde Baerbock. Het was niet echt gezellig bij de Chinese thee. Doorn in het Duitse oog is vooral de behandeling van de moslimminderheid de Oeigoeren.
“Naast de kwestie”, zei Qin Gang. De vervolging van de minderheidsgroep zou geen zaak van mensenrechten zijn, maar wel van “de strijd tegen radicalisering en separatisme”. Inmiddels is de situatie in de regio “stabiel”, aldus de minister. Hij voegde eraan toe dat de mensen een “zeer gelukkig leven” leiden. Vrij vertaald: “Met alle Chinezen, maar niet met de deze.”