Het land heeft meer centjes nodig.
Sophie Wilmès - die tijdelijk premier mag zijn van een regering in lopende zaken - is bij de politieke partijen op zoek naar steun om een volwaardige begroting op te stellen. Als we verder klungelen zonder èchte federale regering, dan zou het begrotingstekort kunnen oplopen tot 12 miljard euro.
Op dit moment is de regering, die eigenlijk geen regering is, budgettair aan handen en voeten gebonden. Het land moet het doen met de zogeheten voorlopige twaalfden. Je moet geen econoom zijn om te beseffen dat je daar na een tijd je politieke huishouden niet meer mee kan betalen.
En dus zoekt Wilmès naar gelijkgezinden die haar regering willen depanneren. Zo’n noodbegroting ligt uiteraard heel gevoelig. Moest die er komen, dan is er minder druk op de regeringsvorming en dreigen we nog langer zonder echte federale regering te zitten. Bovendien vergt een noodbegroting de wil tot een akkoord off the beaten track en is dat hetzelfde als een ideologisch akkoord vinden voor een regeringsvorming. En dan is het nog maar de vraag op welke manier men het gat wil dicht rijden. Met besparingen of extra belastingen?
Mogen we dan voorzichtig concluderen dat je om een begroting op orde te krijgen, een échte volwaardige regering nodig hebt?