Het Gentse hof van beroep heeft het persoonlijk faillissement van Jeroen Piqueur, de voormalige topman van de Optima Bank en de hoofdverdachte in de fraudezaak rond de bank, bevestigd. Dat melden DPG Media en Mediahuis.
Als een van de partijen het oneens is met een beslissing van de rechtbank van eerste aanleg, inclusief de familie- en jeugdrechtbank, of de rechtbank van koophandel, kan deze in beroep gaan bij het hof van beroep. Het hof van beroep onderzoekt de rechtszaak dan een tweede keer.
Failliet kan je in België enkel zijn of gaan als je een onderneming bent of een zelfstandige. Piqueur poogde aan te tonen dat hij enkel een werknemer was van Optima, maar de rechtbank van koophandel (in eerste aanleg dus) volgde hem daar niet in. Ook het hof wees dat argument van tafel.
DPG: “De Optima Bank ging in 2016 failliet en voormalig topman Jeroen Piqueur, zijn zoon Ruben en dochter Rebecca werden in december 2017 door de onderzoeksrechter in Gent aangehouden.”
Jeroen Piqueur werd in verdenking gesteld voor misbruik van vennootschapsgoederen, witwasmisdrijven, bedrieglijk onvermogen en inbreuken op de bankwetgeving. De Gentse kamer van inbeschuldigingstelling besliste eind december 2017 om hem vrij te laten onder voorwaarden in afwachting van een proces, maar het onderzoek sleepte jaren aan.
Volgens de onderzoekers zijn er voldoende aanwijzingen om Piqueur te verwijzen naar de correctionele rechtbank. In totaal wordt voor veertien personen en vennootschappen de verwijzing gevraagd, onder hen ook de socialistische ex-minister Luc Van den Bossche. DPG tot slot: “De raadkamer buigt zich op 20 oktober over de strafzaak, maar intussen lopen nog verschillende procedures rond het vermogen van Piqueur.”