André Gyselbrecht (69) mag een weekendje in zijn eigen bedje gaan slapen.
Maandenlang beheerste de ‘kasteelmoorden’ het nieuws. In 2012 werd een Belgische projectontwikkelaar, Stijn Saelens, op 24-jarige leeftijd vermoord. Het was een zaak met veel media-aandacht omdat zowel slachtoffer als verdachten er warmpjes inzaten. Stijn woonde met zijn vrouw en vier kinderen in het kasteel Carpentier in Wingene: vandaar 'de kasteelmoord'.
Op 6 mei 2019 kreeg André Gyslebrecht 21jaar cel als opdrachtgever van de moord. Op 14 januari 2020, acht maanden na het vonnis, zet een kabinetsmedewerker van minister Geens een handtekening als goedkeuring voor een weekendje verlof voor André. “Voor het in stand houden en bevorderen van de familiale banden en het voorbereiden van de reclassering”, klinkt de motivatie.
In de gevangenis hoort men het in Keulen donderen. Niet alleen de directie voelt zich in het kruis getast, ook de gedetineerden morren. “Waarom mag een veroordeelde moordenaar met geld, wat wij niet mogen?” Het Brugse gerecht reageert met ongeloof en stuurt een officieel nietszeggend berichtje uit waarin ze bevestigen dat er inderdaad een ministeriële beslissing moet zijn. En dan zijn er nog de nabestaanden die volledig uit de lucht komen vallen. Zij zijn totaal niet op de hoogte gebracht. “Wij hadden graag een stem gehad in dit debat”, zegt advocaat Jan Leysen.
Hoe dan ook, André Gyselkbrecht mag een weekendje naar zijn geliefde duiven omdat experten hebben geoordeeld dat, gezien de hoge leeftijd en het specifieke verhaal, er geen kans op vluchtgevaar of herval is.
Wie niet schiet, kan niks raken, luidt het spreekwoord.