Komt ‘uch’ misschien van ‘kuch’?
Tot nu toe dateerde het eerste gebruik van tabak van 3.300 jaar geleden. Er werden nicotineresten gevonden in een rookpijp van die tijd in het Amerikaanse Alabama. Maar wetenschappers vonden nu in het Noord-Amerikaanse binnenland een nieuwe “mijlpaal in de menselijke cultuur”, oftewel: het bewijs dat er 12.300 jaar geleden al rookpauzes werden gehouden.
Het gaat om vier verkoolde zaden van een wilde tabaksplant, samen met stenen werktuigen en eendenbotten die waren overgebleven van maaltijden. Genoeg voor een wetenschappelijk denker als Daron Duke om te besluiten dat de nomadische jager-verzamelaars op die plek in Utah tabak hebben gerookt. Ze sluiten niet uit dat het ook kan dat ze – zoals dat nu nog gebeurt in Zuid-Amerika – op proppen tabaksvezelplant hebben gezogen.
Hoe dan ook, de ontdekking van het ‘smoren’ is terug te brengen tot de inheemse bevolking van het Amerikaanse continent. De indianen, zeg maar. Slechts vijf eeuwen na ‘ontdekking’ van Columbus en zijn kornuiten, verspreidde tabak zich – met alle gevolgen van dien – over der rest van de wereld.