Boerenbetogingen escaleren, Nederland zet het leger in.
Het is al een tijd onrustig in het Nederlandse boerenleven. De ene manifestatie volgde na de andere. De protesten werden alsmaar groter en alsmaar grimmiger. Vandaag trekken de boeren met groot materieel naar Den Haag en blokkeren zowat elke doorgang op hun tocht. Twee weken geleden veroorzaakten ze met hun protest meer dan 1000 kilometer file, vandaag zal dat record, met de moeder aller manifestaties, zonder meer gebroken worden. De Nederlands overheid nam maatregelen en heeft bepaalde buurten in Den Haag door het leger laten afsluiten. Gevreesd wordt voor een harde confrontatie met de woedende boeren.
De boerenstiel voelt zich in de kou gezet door de politiek en eist overleg. Zij vinden dat zij niet alleen de stikstofcrisis moeten oplossen en krijgen maar weinig waardering voor hun beroep in Den Haag. Uitbreidingsplannen worden tegengewerkt en de regering zet volgens hen een te grote druk op boerenbedrijven. Volgens de sector zorgen landbouwbedrijven net voor het onderhoud aan het landschap dan dat het er een bedreiging voor is. Zij zijn duidelijk niet van plan om hun mening te herzien en gaan voor een uitputtingslag met de Nederlandse overheid. Volgens de cijfers zou de agrarische sector goed zijn voor 46 procent van de stikstofuitstoot. Dat de klimaatprotesten hier een vinger in de Nederlandse pap hebben, is zonder meer duidelijk. Onrealistische maatregelen leidden tot een economische patstelling.
De Nederlandse boeren(bedrijven) in cijfers
– Aantal boerenbedrijven in Nederland: 54.000. Daarvan zijn er 50.000 veehouderij. In 1950 waren dat nog 410.000 bedrijven.
– Aantal varkenshouderijen: 4000. Met een totaal van bijna 12,4 miljoen varkens.
– Aantal rundveehouders: 25.000. Het aantal koeien dat wordt gebruikt als melk- en fokvee is 2.668.000. Er zijn 1.188.000 vleesrunderen.
– Het grootste gedeelte van wat de Nederlandse boerenbedrijven produceren is voor de export naar het buitenland. Slechts een kwart is voor de eigen markt.
– In 2018 werkten er zo'n 170.000 mensen in de landbouw (kijkend naar alleen de boerderijen), dat is twee procent van de beroepsbevolking. Als je de verwerkingsindustrie daar bij optelt, stijgt dat naar negen procent: 810.000 werknemers.