We hebben bij P-magazine geschreven dat er een concreet element is dat Jean Bultot linkt aan de ‘hold-up’ van Overijse. Bultot beweert dat hij er werd ingeluisd. Hij wijst naar VSSE.
Met betrekking tot een huiszoeking in het kader van een onderzoek inzake Jean Bultot geven auteur Ponsaers en Dupont aan: “Kort na de arrestatie van Jean Bultot werd huiszoeking verricht in zijn ambtswoning in de gevangenis van Sint-Gillis. Op dat moment belde een man aan, die zich legitimeerde als lid van de staatsveiligheid. Hij vroeg de spullen te mogen doorlopen die in beslag werden genomen. Toen hij de aktentas van Bultot nam, die enkele documenten bevatte en aanstalten maakte ermee te verdwijnen, zeiden de speurders dat dat niet kon. Het kwam tot een hoogoplopende ruzie, die zowat een halfuur duurde. Toen trok de man van de staatsveiligheid zijn dienstwapen en verdween met de aktentas...”
Op het Franstalige forum over de Bende komt Bultot jaren geleden tussen naar aanleiding van het boek van Michel Jaspar, “Carnet de balles” (Uitgeverij Quorum - Ottignies).
Michel Jaspar heeft meer bepaald onder de titel “Carnet de balles” het geromanceerd levensverhaal van Jean Bultot geschreven.
Bultot, die met grote onderscheiding criminoloog werd en op zijn 27ste de jongste gevangenisdirecteur van Europa was, belandde uiteindelijk in een cel van de instelling die hij ooit zelf geleid had. Niet zonder een omweg te maken langs Paraguay en Zuid-Afrika. Uiteindelijk werd ‘de publieke vijand nummer 1’ op 15 december 1990 naar België teruggebracht.
Hij zat in een beestenkooi die in een C-130 was vastgeschroefd. Geen half jaar later sloeg hij als een vrij man de gevangenisdeur achter zich dicht. Dan woont hij, eenzamer dan ooit, op een klein appartementje dat versierd is met Keltische vlaggen en foto's van Léon Degrelle. Dat laatste is wel interessant aangezien de naam van Degrelle ook geregeld opduikt in de Bendedossier.
Jaspar, die uit een familie komt die bekende advocaten, hoge magistraten, ambassadeurs en ministers telt, had Bultots dossier leren kennen via een van die bloedverwanten. Hij kreeg ondermeer het beruchte manuscript van Bultot in handen. Daarin bouwt hij zijn verdediging op en rekent hij af met alles en iedereen. Het document is tien jaar daarvoor ook op enkele krantenredacties beland (td: en is vandaag vrij te consulteren op diverse sites). Het liefst van al had Bultot die tekst gepubliceerd gezien, maar geen enkele uitgever waagde zich aan het schimpschrift.
Jaspar heeft zich grondig gedocumenteerd. Daarbij kreeg hij de steun van René Haquin, een journalist die de duistere dossiers van de jaren tachtig gevolgd heeft en die in het boek een voorwoord schreef. Naast een aantal interviews met mensen die de voormalige gevangenisdirecteur goed kennen, heeft Jaspar ook herhaaldelijk met Jean Bultot zelf gepraat.
Jaspar en Haquin menen niet dat Bultot een mafia-kopstuk en een extremistische samenzweerder is. Wel heeft hij met al die duistere kringen contacten gehad. “Eigenlijk wou hij er graag bij horen,” zeggen ze, “maar ze wilden hem niet. Hij kon zijn mond niet houden.”
Toch is Bultot niet tevreden met het resultaat van Jaspar.
Een Franstalig forumlid vraagt: “Wat was de bedoeling van al deze mensen om jou kwaad te doen? Welk gevaar vertegenwoordigde jij? Waarom elimineren ze je niet? Ze hebben je al twintig jaar niet meer losgelaten. Waarom denk je?”
Bultot: “Omdat het al laat is, zal ik proberen het samen te vatten. Het belang dat ik vertegenwoordig is het bieden van een geloofwaardig alternatief voor de Borains-bende. Ze moeten het onderzoek, of in ieder geval de verdenkingen, richten op iemand die mogelijk geloofwaardig is.”
“Ik behoor tot extreemrechts. dat is goed voor ze. Ik ben een heel goede schutter, qua profiel nog steeds niet slecht. Ik ben een levensgenieter die graag uitgaat. het wordt steeds beter en ik maak deel uit van het rechtssysteem. Er was niet veel voor nodig om de ideale dader te vinden, en veel geloofwaardiger dan een stel arme, onwetende jongens (td: de Borains).”
Bultot nog: “Maar daar heb je het: in plaats van het op mij te nemen zonder iets te zeggen, verdedigde ik mezelf en voerde ik mijn eigen onderzoek uit, en verzamelde ik ongelooflijke informatie. Op dat moment begon ik een gevaar te vormen en probeerden mensen mij te vermoorden.”
“Ik vluchtte naar Paraguay en begon mijn verklaringen af te leggen aan de pers, maar zij weigerden deze te melden (td: klopt niet). Op dit moment staat het elimineren van mij niet langer op de agenda, omdat dat zou betekenen dat ik gelijk heb.”
“Dus ze gaan aanvallen in de groep en proberen mij een halfgek persoon te laten lijken die alles zal zeggen om eruit te komen.”
Bultot nog: “Waarom nu doorgaan? Omdat de daders nog steeds op vrije voeten zijn en de sponsors nog in leven zijn, althans sommigen van hen. Latinus (van WNP) geloofde dat het geheimhouden van de documenten die hij in zijn bezit had, hem een soort levensverzekering gaf. Ik deed het tegenovergestelde, ik sprak. Ik geloof formeel dat dit mijn leven heeft gered.”
Tot vandaag is het mysterie van de Bende van Nijvel intact.