“Meneer de president, slaap zacht.”
Het Europese coronacertificaat is destijds ingevoerd om tijdens de coronapandemie veilig reizen mogelijk te houden binnen Europa. De goedkeuring van het pasje werd met nooit eerder geziene snelheid door het Europees parlement gejaagd. “Iedereen is akkoord over het digitaal vaccinatiepaspoort vóór de zomer”, zei Angela Merkel in februari 2021 na een EU-top. “Geen sprake van om de vaccinatie te koppelen aan de vrijheid om zich te verplaatsen”, liet Sophie Wilmés (MR) toen weten. België en Frankrijk waarschuwden zelfs dat zo’n certificaat – het woord vaccinatiepaspoort mocht in de Europese wijk zelfs niet worden uitgesproken – niet mag discrimineren.
Ondertussen waait de wind uit een andere richting. Iedereen ‘weet’ ondertussen dat een coronapas – wegens het geven van een vals gevoel van veiligheid – een ‘brandversneller’ is. Of, om de woorden van Immunoloog Joeri Aerts nog eens te citeren: “Een coronapas biedt weinig garanties tegen besmetting. Daar moeten we eerlijk in zijn.” We zijn dan eind december vorig jaar.
Vandaag dalen het aantal besmettingen als een adelaar in duikvlucht en wat vernemen we? De Europese Commissie stelt voor om het Europees digitaal coronacertificaat, dat ook als basis dient voor het Covid Safe Ticket, een jaar langer in stand te houden, tot 30 juni 2023. De motivatie? “Covid-19 blijft wijd verspreid in Europa en het is op dit ogenblik niet mogelijk om te impact te bepalen van een mogelijke stijging van het aantal besmettingen in de tweede helft van 2022 of van het opduiken van nieuwe varianten.”
Het voorstel moet nog worden goedgekeurd door de lidstaten en het Europees Parlement.