De tijd dat iedereen een thuisbatterij moest hebben, lijkt gepasseerd. Uit cijfers van netwerkbeheerder Fluvius blijkt dat de interesse danig is bekoeld. Mensen vinden de batterijen duur, de investering valt moeilijk terug te verdienen en de Vlaamse premie werd geschrapt.
Installaties vallen met 50% terug
In 2022 werden er meer dan 50.000 installaties uitgevoerd, terwijl dit er vorig jaar nog maar 42.000 waren. Ondertussen - voorbij de jaarhelft - zijn er slechts 9.000 installaties geplaatst. Fluvius verwacht dit jaar een halvering.
Terwijl de voorbije jaren thuisbatterijen rijkelijk werden gesubsidieerd in het rijke Vlaanderen, werd deze steun vorig jaar geschrapt. Ook de energieprijzen zijn ondertussen weer op een normaal niveau, waardoor nog weinig gezinnen de drang voelen om een thuisbatterij te laten installeren. Hoewel het idee van energie opslaan en deze energie later gebruiken aanlokkelijk klinkt, blijkt dat het in de praktijk geen financieel interessante zaak is.
Moeilijk terug te verdienen
Thuisbatterijen zijn duur en gaan in het beste geval zo’n 15 jaar mee. De investering valt dan ook amper terug te verdienen bij ‘normale’ stroomtarieven. Meteen ook de reden waarom heel wat mensen afhaken en enkel de groene rakkers nog doorzetten. Toen de energieprijzen door het dak gingen was het tijdelijk wel interessant, maar die trigger is nu weggevallen.
Wil je toch per se een thuisbatterij, weet dan dat een grote installatie weinig nut heeft, laat je dus niet verleiden tot een te grote opslagcapaciteit die je helemaal niet benut. Een batterij van 2,5 kWh volstaat in de meeste gevallen ruimschoots. De investering valt op die manier ook een stuk lager uit. Weet dat je ondertussen ook een stuk van je thuisbatterij kunt reserveren voor Elia, de Belgische transportnetbeheerder voor elektriciteit. Door een stukje van je capaciteit van je batterij ter beschikking te stellen, kun je nog een centje bijverdienen. Verwacht je niet aan fortuinen, maar enkele tientallen euro’s per maand is mogelijk.
