“Als het lichaam eenmaal vrijgegeven wordt, is men het kwijt.”
Een mens kan soms weinig geluk hebben in het leven. In het geval van de kleine Raul is er weinig vreugde te melden: doodgemarteld, in een sportzak met stenen gedumpt in een dok en nu...na twee maanden nog altijd niet begraven. Alsof de duivel er mee speelt.
De verklaringen van de twee verdachten - de moeder en de stiefvader - lopen niet gelijk, ze schuiven de schuld in mekaars schoenen omdat ze hun eigen vel willen redden. En omdat het lichaam meer dan twee maanden in het water heeft gelegen, treden onvermijdelijk tekenen van ontbinding op, waardoor het vaststellen van de doodsoorzaak niet eenvoudig is.
Als de jongen effectief met een thermoskan het hoofd is ingeslagen - door zijn zusje? - zou dat relatief snel moeten vastgesteld worden. Maar de wetsdokters zijn niet zeker.
Zijn lichaam is nog altijd niet vrijgegeven omdat de familie het jongetje wil begraven in zijn thuisland Roemenië. “Dus als het lichaam eenmaal vrijgegeven wordt, is men het ‘kwij”, zegt wetsdokter Werner Jacobs in ‘Het Nieuwsblad’. “Dan moet men rekenen op de goodwill van de Roemeense autoriteiten. Mocht de autopsie geen duidelijkheid brengen, is een tweede lijkschouwing ook niet ongebruikelijk in de hoop dat er nieuwe inzichten komen.”
Zelfs na zijn dood is de kleine jongen geen rust gegund.