De broedermoord is niet verteerd.
De wonde van het mes in de rug - die hij mocht ontvangen voorzitter Almaci – raakt niet geheeld. Kristof Calvo heeft het even geprobeerd om als fractievoorzitter voor Groen-Ecolo aan te blijven, maar een fractievoorzitter van een partij die bestuurt, moet vooral zwijgen. Voor een bevlogen activist die de kunst van het spreken beheerst, red je het dan niet zonder de totale zelfverloochening.
En dus neemt Calvo deze maand afscheid als fractievoorzitter van Ecolo-Groen, een functie die hij sinds 2014 bekleedde. Hij wil zich – naar eigen zeggen – als Kamerlid focussen op inhoudelijk werk, en gaat in Nederland aan de slag voor het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. Daarmee neemt hij als een gentleman afscheid van zijn Vlaamse 'vrienden', weliswaar met een beleefde opgestoken middelvinger op naar zijn voorzitter.
“Ik ben al langer geboeid door de Nederlandse politiek”, zegt hij. “De combinatie met het werk in de Kamer is haalbaar en kansrijk. Ik beschouw het zelfs als een unieke kans om inspiratie op te doen voor mijn politiek werk in eigen land.” Waarmee hij zegt, wat hij niet wil zeggen.