Eén land, drie talen, vier taalgebieden: hoe de Belgische taalgrens het land verdeelt.
Heb je ooit al eens geprobeerd om België uit te legen aan een buitenlander? Dan schuift het schaamrood je over de wangen. België is één land, met drie talen en vier taalgebieden. Dat leidt tot een hilarische cocktail die het midden houdt tussen Kafka en surrealisme. Om de zoveel tijd halen we het wereldnieuws met onns communautair gehakketak. Niet iets om trots op te zijn. Deze week was het weer zo ver. Een treinconducteur heeft een klacht aan zijn broek omdat hij “Goeiedag, bonjour” zei op een plaats waar hij alleen “Goeiedag” mocht zeggen.
“Beleefd of niet, alleen Nederlands willen we horen”
Een conducteur die reizigers vriendelijk begroette met “Goeiedag, bonjour” kreeg onverwacht de wind van voren van een passagier die vond dat Frans in Vlaanderen onaanvaardbaar is. De klacht van deze azijnpisser trekt de ruif van oud Belgische zeer: de taalwetgeving. De NMBS wil niet neuten en kiest resoluut de kant van de conducteur.
Het incident: een tweetalige groet, een misnoegde reiziger
Het voorval speelde zich af op een trein in het station van Vilvoorde, officieel gelegen in Vlaanderen. Een NMBS-treinbegeleider probeerde gewoon hoffelijk te zijn en begroette de reizigers in zowel het Nederlands als het Frans. Doch Nederlandstalige azijnpisser was beledigd om in zijn clangebied meertalig te worden aangesproken. De passagier diende prompt een klacht in bij de spoorwegmaatschappij. “Frans hoort volgens de taalwet niet thuis in Vlaanderen.” En jawel, in Vilvoorde waar de trein stond, mag er officieel geen Frans gesproken worden. Even verderop in Brussel mag dat weer wel
Kommaneuken
Volgens Dimitri Temmerman, woordvoerder van de NMBS, is het incident onschuldig en getuigt het van een hartelijke aanpak door de conducteur. “Het gaat om een treinbegeleider die alle reizigers op een warme manier wil verwelkomen. Dat gaan we zeker niet veroordelen, maar net toejuichen.”
De klacht wordt niet verder behandeld, voegt Temmerman eraan toe. “We analyseren elke klacht die we ontvangen, maar in dit geval is de situatie duidelijk: onze treinbegeleiders mogen reizigers begroeten in andere talen als zij dat passend vinden.”
De taalwetgeving: strikt en soms rigide
De reactie van de klager is gestoeld op de strikte taalwetgeving die geldt in België. In Vlaanderen is het gebruik van Frans officieel niet toegestaan op treinen. Hetzelfde geldt voor Nederlands in Wallonië. In Brussel, als tweetalig gebied, zijn beide talen toegelaten. Op internationale treinen, zoals die naar de luchthaven, is meertaligheid – inclusief Engels en Duits – zelfs een vereiste om toeristen te bedienen.
De NMBS vindt die taalregels te rigide. “We respecteren de taalwetgeving uiteraard, maar we pleiten al langer voor een soepelere toepassing,” aldus Temmerman. “In de praktijk komt het er vooral op aan dat iedereen zich welkom voelt op onze treinen. Een tweetalige begroeting zou geen steen des aanstoots mogen zijn.”
De NMBS kiest partij: conducteurs als ambassadeurs
De NMBS heeft de klacht ontvangen, maar schaart zich achter haar treinbegeleider. Volgens de spoorwegmaatschappij dragen conducteurs die zich open en hartelijk opstellen bij aan een positieve reiservaring. “Het zijn deze mensen die het verschil maken,” zegt Temmerman. “Zij zijn de ambassadeurs van onze organisatie en zorgen ervoor dat reizigers zich welkom voelen. Of dat nu in het Nederlands, Frans of een andere taal gebeurt, doet er voor ons minder toe. We moeten ons de vraag stellen of die strenge regels nog wel passen in een moderne maatschappij.”
Taal en treinen: een delicaat evenwicht
De taalkwestie ligt in België, en zeker in de rand rond Brussel, gevoelig. Vilvoorde is een van de vele gemeentes in de Vlaamse Rand waar spanningen tussen Nederlandstaligen en Franstaligen soms hoog oplopen. Het idee dat Frans horen in Vlaanderen gelijkstaat aan het schenden van de Vlaamse identiteit, leeft nog altijd bij een deel van de bevolking.
Eén land, drie talen, vier taalgebieden
Geen enkel land ter wereld weet zich zo elegant een identiteitscrisis aan te praten als ons koninkrijk. Drie officiële talen, vier taalgebieden, na een geschiedenis van meer dan een eeuw politieke en culturele worstelingen. Maar hoe is het allemaal begonnen? En wat betekent die zogenaamde taalgrens nu echt?
De geboorte van de taalgrens: een lijn in het zand van de 5e eeuw
De taalgrens is een denkbeeldige lijn die Vlaanderen en Wallonië scheidt op basis van taalgebruik. Die grens ontstond niet door een wilde vergadering in Brussel of een politieke machtsgreep, maar door een natuurlijk proces dat naar alle waarschijnlijkheid al in de 5e eeuw begon. De Romeinen hadden hun boeltje gepakt en weer naar Italië vertrokken, als de Franken opkwamen. Samen met deze snorrencultuur kwam het Germaans dat later zou evolueren tot het Nederlands. Tegelijkertijd hield het Latijn stand in het zuiden en dat groeide uit tot het Frans.
Raar, maar waar: eeuwenlang was die grens een discussie.niet waard. Mensen leefden, werkten en trouwden gewoon aan beide kanten, vaak tweetalig of in een lokaal dialect. Iedereen sprak wat hij wilde. Taal was een middel zich uit te drukken en geen ideologie. Maar dan kwam 1830, de onafhankelijkheid van België, en alles veranderde.
De taalstrijd: een natie verdeeld door woorden
Bij de oprichting van België in 1830 was Frans de officiële taal van de nieuwe staat. Een logische keuze, vonden de elite en het establishment, want Frans werd gezien als de taal van diplomatie, cultuur en verfijning. Dat die keuze de realiteit negeerde, was bijzaak Nochtans sprak de meerderheid van de bevolking Nederlands of een Vlaams dialect.
De Vlamingen pikten het niet.
In het basisonderwijs zou men Nederlands blijven spreken, maar in het secundair en hoger onderwijs werd het overschakelen op Frans. Dat gold niet alleen voor scholen. Rechtbanken, overheidsdiensten en zelfs het leger functioneerden volledig in het Frans. Vlaamse soldaten die een bevel niet begrepen? Pech. Of beter: malchance.
Het protest liet niet lang op zich wachten. Vanaf 1870 verschenen de eerste taalwetten. Vlaanderen werd officieel tweetalig, ook al bleef in de praktijk bleef het Frans dominant. Het gevolg was/is een culturele strijd die decennialang zou aanslepen.
De vernederlandsing van Vlaanderen: een hobbelig parcours
De eerste echte doorbraken kwamen pas in de 20e eeuw. In 1910 begonnen middelbare scholen in Vlaanderen voorzichtig over te schakelen op het Nederlands. Twaalf jaar later, in 1923, durfden enkele professoren aan de Gentse universiteit zowaar – voor het eerst – lesgeven in hun moedertaal.
Het symbolische hoogtepunt volgde in 1930: de Gentse universiteit werd volledig Nederlandstalig. Het was een overwinning die de Vlaamse beweging eindelijk op de kaart zette. Maar de grote doorbraak kwam in 1962, toen de taalgrens voor het eerst wettelijk werd vastgelegd.
De wet van 1962: de taalgrens wordt een politieke realiteit
Met de taalwet van 1962 werd België officieel in vier taalgebieden opgedeeld:
- Het Nederlandse taalgebied: Vlaanderen.
- Het Franse taalgebied: Wallonië.
- Het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad: een uniek compromis waar Nederlands en Frans gelijkwaardig zijn (althans op papier).
- Het Duitse taalgebied: negen Duitstalige gemeenten in het oosten van België.
Deze wetgeving had verstrekkende gevolgen. Sommige Vlaamse gemeenten, zoals Komen (Comines), belandden in het Waalse Henegouwen omdat de meerderheid van de bevolking Frans sprak. Omgekeerd kwamen Franstalige gebieden zoals Voeren onder Vlaams bestuur. De hoofdstad Brussel, oorspronkelijk een Nederlandstalige stad, werd officieel tweetalig. Maar niet zonder wrijvingen: zes Vlaamse randgemeenten rond Brussel kregen taalfaciliteiten voor Franstaligen, een bron van eeuwige politieke discussies.
Brussel: de Vlaamse stad die Frans werd
Ooit was Brussel een trotse Vlaamse stad, maar dat veranderde drastisch na 1830. Als hoofdstad van België werd Brussel een magneet voor Franstalige elites. Frans werd de taal van de macht, de adel en de zakenwereld. Wie vooruit wilde in het leven, schakelde over op Frans.
Deze sociale druk leidde tot een proces dat “verfransing” wordt genoemd. Veel Vlamingen in Brussel lieten hun moedertaal achterwege om beter aansluiting te vinden bij de Franstalige meerderheid. Tegenwoordig is Brussel officieel tweetalig, maar praktisch gezien is Frans de dominante taal.
Een eeuw later: wat betekent de taalgrens vandaag?
De taalgrens blijft een gevoelige kwestie in België. Voor Vlamingen symboliseert ze een hard bevochten erkenning van hun taal en cultuur. Voor Franstaligen is het vaak een bron van frustratie, zeker in de Brusselse Rand waar ze soms als minderheid worden behandeld.
Toch blijft de vraag of die taalgrens nog relevant in een tijd waarin globalisering en meertaligheid steeds belangrijker worden. Met het treinincident is het duidelijk dat hetl oude wonden openhoudt.
(Foto: Shutterstock)