“Vanaf nu negeer ik u, de informatie die u ons toespeelt en al zeker de ongevraagde raadgevingen waar u om de haverklap mee uitpakt.”
'Finita la commedia', vrij vertaald, ‘gedaan met lachen”: zo zou je de situatie van acteurs/actrices en de hele evenementensector in van ons land kunnen samenvatten. Op aanraden van de ‘experten’ is de artiest de vergeetput ingegooid. Zo nu en dan hoor je nog een machteloze reutel, maar de stemmen bereiken nooit de oren niet voor wie ze bedoeld zijn.
En dan is er de open brief van Peter Perceval, een brief die leest als een corona-roman. Peter Percval is een Vlaamse acteur, toneelregisseur en -producent en komt uit een theaternest. Luc, Stefan en Jeroen Perceval zijn zijn geniale broers, An Nelissen is zijn echtgenote.
Peter Perceval is in zijn vlijmscherpe pen gekropen en het is raak. “U (Van Ranst) bent handiger in het politieke spel van paraplu’s opentrekken dan u zelf wil doen geloven. Jan Jambon kan nog iets van u leren!”, schrijft hij. “U bent de Jan Mulder van het crisisbeheer. De bewering dat er een oorzakelijk verband is tussen het teruglopen van de besmettingen én de maatregelen is net zomin te bewijzen als het tegendeel. Gewoon omdat er aan de basis geen tegenproef werd genomen.”
We laten hem liever zelf aan het woord.
Bij deze, de open brief aan Marc Van Ranst van Peter Perceval:
Geachte heer Van Ranst,
Beste Marc,
Wat hoor ik toch allemaal? U wordt beschimpt en bedreigd! Wat een treurig nieuws. U, die zich als kleine generaal op de boeg van het Belgische coronaschip hebt gezet, als was u Napoleon zelve, wordt nu door een bende ongekwalificeerde hekelaars gekielhaald? U, de uitvinder van de begrijpende frons, wordt met pek en veren besmeurd? Onbegrijpelijk! Gelukkig ervaart u dat zelf helemaal anders. Met bijzondere gretigheid deelde u een filmpje van de man die u verbaal aanviel op het station van Mechelen via de sociale media, zodat de politie onmiddellijk kon overgaan tot identificatie van de onverlaat. Want iedereen weet inmiddels: als er geen beelden van een misdrijf zijn, beweegt het gerecht doorgaans niet in dit land. Wie weet komt er een parlementaire onderzoekscommissie van! Vervolgens verkocht u de heer Torfs Rik, professor in bijberoep zoals uzelf, een linkse hoek op twitter door hem te blokkeren op uw twitterfeed. Voorwaar het ergste wat roeptoeters mekaar kunnen aandoen op sociale media! Tenslotte reageerde u via dezelfde weg meteen op het plan van de Heer De Kerpel, ondernemer en NVA-mandataris, om een gerechtelijke klacht tegen u in te dienen. U klasseerde het per direct als een partijpolitiek manoeuvre van de NVA! Ik wil u dan ook oprecht bedanken met deze brief voor alles wat u mij heeft geleerd. Want eindelijk heb ik het begrepen, beste Marc!
Eindelijk heb ik begrepen hoe de vork in de steel zit bij de hoofdrolspelers in de coronacrisis. En nee, ik ben nog altijd geen aanhanger van buitenmaatse complottheorieën, noch situeer ik mezelf in een politiek kamp dat u tegenstaat. Integendeel. Maar sinds u een korte maar duidelijk deugddoende vakantie spendeerde in uw eigen tuin en u met vernieuwde energie uw rol van expert-tegen-wil-en-dank speelt, wordt het alsmaar duidelijker: u geniet van tegenwind. Wat zeg ik? U put er energie uit! Daarmee bent u een lichtend voorbeeld voor ons allen in deze crisis.
In uw beste momenten doet u mij denken aan de films van Don Camillo. Herinnert u het zich nog, Marc? Die verloren, regenachtige zaterdagen uit onze jeugd toen de nationale tv-zender ons trakteerde op de -toen al aftandse- na-oorlogse filmreeks waarin de Franse komiek Fernandel bij wijze van katholieke propaganda een pastoor speelde die een parochie moest aanvoeren in een Italiaans dorp met een communistische burgemeester genaamd Pepponé? Deze twee tegenpolen konden elkaars bloed drinken en tegelijk konden ze ook niet zonder elkaar. Hun antagonisme gaf zin aan hun bestaan! En zo lijkt het ook met u te zijn: zonder tegenstand, lijkt u niet te kunnen functioneren. Ik zal niet zover gaan om u een agent provocateur te noemen, zoals de heer Francken uit Lubbeek dat pleegt te doen, maar het valt toch niet te ontkennen dat u er plezier in schept om de tegenstand op te zoeken. En als die er niet is, dan deinst u er niet voor terug om die zelf te creëren. Om ze dan vervolgens met een zorgvuldig voorbereid bon-mot neer te sabelen.
In deze pandemische tijd, doet u dat door iedereen die de inschattingen van de GEES in twijfel trekt, publiekelijk over de knie te leggen. Nochtans valt er over die beoordelingen wel meer dan één kritische bedenking te maken. Zo hebt u ons samen met uw collega’s opgezadeld met het onzalige fenomeen der “sociale bubbels”, om maar één ding te noemen. Nog los van het feit dat ik volstrekt allergisch ben aan het woord “bubbels”, vooral omdat het meestal gebruikt wordt door huisvrouwen die hun drankverslaving willen vermommen als een onschadelijke vrijetijdsbesteding, weet na 6 maanden nog altijd niemand wat we nu eigenlijk moeten verstaan onder die “bubbel”. Ik ben het eens gaan opzoeken en in het beste geval kan je zeggen dat de meningen over de definitie ervan nogal uiteenlopen. De ene expert spreekt van “het absolute aantal mensen met wie je contact mag hebben”, terwijl de andere beweert dat het gaat over “het aantal mensen met wie je intiem sociaal contact mag hebben op minder dan anderhalve meter.” En omdat niemand er wijs uit geraakt, is er ondertussen ook geen zinnig mens die er zich nog aan houdt. Voor experten als u is het dan weer een reden om iedereen die het niet snapt te behandelen als een minkukel, een ééncellige die niet zou misstaan in de cast van “Temptation Island”. En omdat we sowieso te dom zijn om te snappen waar jullie als experten mee bezig zijn, moeten we het ook niet in ons hoofd halen om er bedenkingen bij te hebben. Zo koopt u dus peis en gemoedsrust af. Geniaal!
Nog een proeve van uw tegenwinderigheid? Wel, het expertencomité, waar u prominent lid van bent, houdt nog altijd vast aan de bewering dat we ons eigenlijk niet teveel kunnen permitteren zolang er geen vaccin is tegen Covid19. Er zijn verstandige mensen die met de officiële cijfers in de hand beweren dat het in ons land wel meevalt met de besmettingen en de gevolgen ervan. Zelfs in die mate dat hier en daar in vraag wordt gesteld of er eigenlijk wel sprake was van een “tweede golf”. Van uw kant stelt u ferm dat die meevaller het gevolg is van de maatregelen. In een interview met Knack spreekt u zelf over de “preventieparadox”. Goed gevonden! Want als je er zo’n naam op plakt, lijkt het al gauw alsof het een werkelijk onderzocht wetenschappelijk fenomeen is. Niet is minder waar. De bewering dat er een oorzakelijk verband is tussen het teruglopen van de besmettingen én de maatregelen is net zomin te bewijzen als het tegendeel. Gewoon omdat er aan de basis geen tegenproef werd genomen. Dat is pure logica. We weten gewoon niet hoe het zou uitgedraaid zijn als er géén maatregelen zouden genomen zijn. Uw medestanders en collegae beweren dat ze dit wel weten: ze zeggen dat we dan namelijk in Amerikaanse of godbetert Braziliaanse toestanden verzeild zouden geraakt zijn. Waarbij ze voorbijgaan aan het gegeven dat we eind maart daadwerkelijk Amerikaanse en Braziliaanse toestanden hebben meegemaakt, maar dat onze gezondheidszorg, hoewel mank, er toch voor instond dat mensen niet aan hun lot overgelaten werden zoals bij de dorpspotentaten aan de andere kant van de oceaan. Maar goed: als argumenten allemaal niet helpen, dan wordt cijferwichelaar Gert Molenberghs van stal gehaald die in geen tijd prachtige grafiekjes uit zijn Nostradamus-hoed kan toveren. Die tonen hoe groot de schade wel niet had kunnen zijn indien we eventueel niet braaf hadden geluisterd. Ik wil maar zeggen: het is gewoon briljant hoe u en uw collega’s kritische bedenkingen van tafel blijven vegen zonder onderzoek.
Met de club experten voert u dus een klassiek geworden schouwspel op dat qua herhalingen niet moet onderdoen voor de eindeloze cyclus van FC De Kampioenen. Helemaal dolletjes werd het vorige week, toen het verzet tegen de defacto expertenregering waarmee u het land momenteel bestuurt, zich manifesteerde in een paar open brieven die in de media opgepikt werden. Op dat moment deden u en mevrouw Vlieghe wat de corona-experten telken male doen wanneer zij merken dat hun geloofwaardigheid begint af te brokkelen: jullie steken het op de anderen. Al enkele maanden moeten we dan horen dat: “De communicatie van de regering te wensen overlaat” en dat “de experten alleen maar advies geven en dus niet verantwoordelijk zijn voor de beslissingen die genomen worden.” Een briljant bewijs van het feit dat u handiger bent in het politieke spel van paraplu’s opentrekken dan u zelf wil doen geloven. Jan Jambon kan nog iets van u leren! Daarbij wil ik toch even herinneren aan die paar keren dat de regering een advies van de GEES ietsje breder interpreteerde dan u bedoelde. Toen zaten u en/of mevrouw Vlieghe binnen de kortste keren in de tv-studio’s verongelijkt te pruilen dat “dit niet de bedoeling was” en dat er volgens jullie “ernstige gevolgen zouden zijn”.
Ja, Marc, sinds het begin van de coronacrisis hebt u zich geprofileerd als de Jan Mulder van het crisisbeheer. U bent steeds bereid om op alle mogelijke vragen te antwoorden, ook al bevindt het onderwerp zich ver buiten de grenzen van uw vakgebied. Hulde daarvoor! Ik vermoed dat u net zoals Ben Weyts ondertussen uw eigen cameraploeg hebt. Wat zeg ik, u kennende bent u zélf uw eigen cameraploeg. Wat me eraan doet denken: hebt u reeds uw eigen tiktok-account? Het zou een prachtige manier zijn om uw aanhoudende onheilsboodschappen met gekke dansjes de wereld in te sturen! Net als Clark Kent kan u dan overal verschijnen waar er onheil is, maar in plaats van uw supermanpak aan te doen om er iets aan te doen, kan u dan met een leuk dansje onderlijnen dat het allemaal heel erg is en dat iedereen vooral moet zwijgen en luisteren!
Vergis u niet: ik ben u uiterst dankbaar voor dit alles, beste Marc. Want u hebt mij, alleen al door uw mediagedrag, prachtige inzichten geschonken. Dat zit zo: als een crisis mij en mijn bezigheden in het theater en als lesgever zo diep raakt dat mijn hele bestaan op de helling komt te staan, dan ga ik in de eerste plaats op zoek naar informatie. Kwestie van goed te overwegen hoe ik verder kan zonder te verzuipen. Bekijk het zo: je hebt mensen die WC-papier hamsteren, ik ga informatie hamsteren. Niet eender welke informatie natuurlijk. Ik kan heus wel onderscheid maken tussen goed klinkende onzin en dingen die echt kunnen kloppen. Dat heb ik geleerd tijdens mijn studies en mijn werk op de universiteit waar kritisch bronnenonderzoek één van mijn lievelingsbezigheden was. Ik ben dan ook gevormd in een instelling waar het vrij onderzoek hoog in de waardenschaal staat. Sinds het begin van de coronapandemie ga ik dus over de hele wereld op zoek naar tegensprekelijke bewijzen die me kunnen leren hoe we met dit alles zouden kunnen omgaan. Dat heeft me na 6 maanden in de eerste plaats geleerd dat er vele interpretaties zijn van de gegevens die u en uw collega’s gebruiken om uw conclusies te onderbouwen. Alleen verstaat u de kunst te beweren dat er geen enkel alternatief is. Daaruit kan ik enkel concluderen dat u de tijd die u doorbrengt voor camera’s beter zou besteden aan het lezen van de overdaad aan onderzoek die ondertussen gepubliceerd werd. Want dan zou u nu misschien niet zo hard schrikken van het afbrokkelen van dat beroemde “draagvlak”. Het is in deze digitale tijd nu eenmaal minder makkelijk om mensen in de hand te houden dan om dat met labo-ratten te doen.
Daarom heb ik besloten om u te bannen uit mijn informatiestroom, geachte Marc. U draagt immers niks bij aan oplossingen. U staat alleen maar te roepen hoe erg het allemaal is en te schelden op iedereen die het niet eens is met u. Ja, af en toe gooit u ons eens een visje toe. Met een grijns die voor sympathie moet doorgaan, kondigde u af dat 1 meter afstand nu wel voldoende is in een theaterzaal. Alsof u het zelf bedacht had! Keizerlijk gaf u ons de toestemming om te proberen onze kost te verdienen, hoewel dat helemaalniet uw beslissing was.
Het doet me allemaal net iets teveel denken aan het beroemde verhaal van de Gilette-mesjes. Na wereldoorlog I zat de fabrikant van de scheermesjes met een probleem omdat een aanzienlijk deel van zijn cliënteel werd gedood tijdens de oorlog. Wat hebben de marketinglui van Gilette toen bedacht als remedie voor de slinkende verkoopcijfers? Een zorgvuldig geconstrueerde nieuwsstroom via filmsterren en glamourmagazines waarin vrouwen werd wijsgemaakt dat okselhaar echt wel vies was en niet hoorde als je een echte dame wilde zijn. Ook uw aanhoudende onheilsboodschappen dienen dus wellicht een doel. Als het niet uw persoonlijke PR is of die van de instelling waar u werkt, dan toch tenminste het welzijn van uw ego. Daar werk ik vanaf heden niet meer aan mee.
Dit is dus een afscheidsbrief, waarde Marc. Vanaf nu negeer ik u, de informatie die u ons toespeelt en al zeker de ongevraagde raadgevingen waar u om de haverklap mee uitpakt.
U profileert zich weliswaar graag als Don Quichot die vecht tegen de windmolens, maar eigenlijk bent u zelf de windmaker én de windmolen. Hoe meer wind u maakt, hoe meer energie u daaruit put. U waant zich als het ware Don Camillo en Pepponé tegelijkertijd! Ja, u bent ongetwijfeld een God in het diepst van uw gedachten. Maar u staat mijn creativiteit onbedaarlijk in de weg en dus kies ik er nu voor om daar geen rekening meer mee te houden. Oef, ik voel mij al veel beter! Het ga u goed.
Tot nooit meer,
Rehabiliterend theatermaker,
Peter Perceval