Brazilië verpulvert elk hitterecord met 62,3 °C. Of niet?
Laten we beginnen met de kop van ‘Het Laatste Nieuws’ te citeren: “Met afgelopen weekend een gevoelstemperatuur tot 62,3 °C in Rio de Janeiro, kreunt Brazilië onder de hitte. De warmtegolf heeft de gevoelstemperatuur naar een nieuw record gejaagd, sinds het begin van de metingen in 2014.”
Dat moesten we twee keer lezen. Een gevoelstemperatuur tot na de komma? Tweeënzestig komma drie graden Celsius. Hoe warm was het vandaag Armand Pien? Nou, naar mijn gevoel 62,3 graden. Het zou natuurlijk zo maar eens kunnen dat je buurman slechts 62,1 graad afklokt. Want het is maar een gevoel natuurlijk. Hoe dan ook een Bijbels hoog cijfer dat alleen zijn gelijke kent in de Apocalyps: “Op die dag zal de hemel in vlammen opgaan en zullen de sterren smelten in vuur.”
De hoogste temperatuur ooit
De hoogste temperatuur ooit gemeten op aarde was 56,67 graden Celsius in juli 1913 in Furnace Creek bij Death Valley (in de Amerikaanse staat Californië). Dat wil zeggen dat Brazilië dat record verpulvert. Nu ja - nogmaals - het is maar een gevoel natuurlijk.
Doch het wordt helemaal verwarrend als we vervolgens in de berichtgeving over Brazilië het volgende lezen: “In Sao Paulo, een stad met het dubbele aantal inwoners van Rio, werd zaterdag het record voor de warmste dag in maart gebroken met een temperatuur van 34,7 °C.” Oeps, dat is bijna de helft van 62,3. Ach, laten we niet neuten, toch?
Sinds 2014
Wat hebben we nog geleerd? Dat ze de gevoelstemperatuur op de een andere manier gemeten “sinds 2014”. Daar wilden we wel eens meer over weten. Het Nederlands KNMI hielp ons een eindje op weg. We citeren:
“Warmteverlies drukken we uit in een gevoelswaarde van de temperatuur: de gevoelstemperatuur. Het verschil tussen de gemeten luchttemperatuur en de gevoelstemperatuur is een maat voor extra warmteverlies. De gevoelstemperatuur geldt voor een gezond, volwassen en wandelend persoon van gemiddelde lengte. De gevoelstemperatuur wordt berekend uit een combinatie van de luchttemperatuur en de gemiddelde windsnelheid.De zon speelt geen rol in de berekeningsmethode. Het begrip gevoelstemperatuur is niet van toepassing op levenloze objecten zoals machines, gewassen, het antivries in de auto of kwik. We kunnen de gevoelstemperatuur dan ook niet meten met een thermometer. Het geldt ook niet voor dieren. Er bestaan verschillende berekeningsmethoden. Bijvoorbeeld die van Siple en Passel, ontwikkeld uit experimenten in 1939 tijdens een poolexpeditie. Steadman (1971) baseerde zijn methode op de hoeveelheid kleding die nodig was om mensen te beschermen tegen de kou.Het KNMI maakt gebruik van een in Canada ontwikkelde formule, de JAG/TI methode. Ook de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en IJsland hanteren deze formule. Deze wetenschappelijk onderbouwde methode (Joint Action Group on Weather Indices) is gebaseerd op het warmtetransport van het lichaam naar de huid.”
Ziezo, als dat niet duidelijk is. Toch?
Tot slot nog deze uitsmijter, de conclusie: “Volgens experten worden de extreme verschijnselen en de instabiele meteorologische situatie vooral gestuwd door de klimaatverandering in combinatie met het weerverschijnsel El Niño.”