Een boek werd er niet verbrand, wel een combi van de politie.
Demonstranten die protesteerden tegen het voornemen van een extreemrechtse groepering om een koran te verbranden in Örebro in Midden-Zweden, vielen vrijdag de politie aan. Het had een Brussels sfeertje. Allochtonen die met alles wat los zit naar de politie gooien. Daarbij raakten volgens de autoriteiten ten minste negen leden van de veiligheidstroepen gewond .
Het was voor de tweede dag op rij dat de problemen oplaaiden aan de zijlijn van een betoging van de anti-immigratie- en anti-islambeweging onder leiding van de Deens-Zweedse burger Rasmus Paludan. Bij elke bijeenkomst – meestal bijgewoond door maar een paar sympathisanten - probeert hij een koran te verbranden. Paludan trapt daarmee uiteraard op gelovige tenen. Momenteel reist Paludan door Zweden en zich richt op buurten met een grote moslimgemeenschap.
In Örebro werd zijn demonstratie gehouden in een park nabij het stadscentrum en niet in de aanvankelijk geplande wijk. Verschillende politiewagens werden in brand gestoken. Ook in de Zweedse hoofdstad Stockholm brak protest uit, net als in Malmö en Landskrona.
De Zweedse premier veroordeelde het geweld en de aanvallen op de politie: "In Zweden mogen mensen hun mening uiten, of het nu goede of slechte smaak is, het maakt deel uit van onze democratie. Wat je ook denkt, je moet nooit je toevlucht nemen tot geweld. We accepteren het niet en zullen het nooit accepteren."
Paludan heeft de afgelopen jaren meermaals voor incidenten gezorgd. In november 2020 werd hij in Frankrijk gearresteerd en vervolgens gedeporteerd. Kort daarna werden vijf andere activisten in België gearresteerd, beschuldigd van het "verspreiden van haat" door een koran in Brussel te verbranden.