Europarlementslid Marie Arena (PS) stopt als voorzitter van de subcommissie Mensenrechten van het Europees Parlement. Ze doet dat naar aanleiding van het onderzoek naar corruptie door Qatar en Marokko, dat in België en Italië gevoerd wordt.
Arena bezocht Qatar op 8 en 9 mei vorig jaar. De reis en het verblijf werden betaald door de Qatarese overheid. Deze reis werd evenwel niet correct aangegeven. Voor twee andere reizen (naar Libanon en Burkina Faso) geldt hetzelfde.
Bronnen geven aan dat dit de rechtstreekse aanleiding was voor de stap opzij van Arena.
In tegenstelling tot haar PS-partijgenoot Marc Tarabella, die ook zetelt in het Europees Parlement, hebben de Belgische autoriteiten in het geval van Marie Arena (nog) niet gevraagd om de parlementaire onschendbaarheid op te heffen. Arena zelf benadrukt in de mededeling volgens Belga "dat er geen huiszoekingen zijn geweest in haar woning of haar kantoor en dat ze op geen enkele manier gerechtelijk betrokken is".
De naam van Arena is in de media wel gevallen in het corruptiedossier, vanwege haar contacten met Antonio Panzeri, een van de verdachten in Qatargate, en vanwege haar positie aan het hoofd van de subcommissie Mensenrechten, waarvan de vergaderingen het voorwerp waren van pogingen tot manipulatie door corrupte personen, zo blijkt uit elementen van het onderzoek.
“Ik zeg luid en duidelijk dat ik op geen enkele manier betrokken ben bij deze zaak”, stelt Arena. Maar de PS-politica is naar eigen zeggen wel “ernstig getroffen” door de kwestie. De “politieke en media-aanvallen van de voorbije weken” beschadigen niet alleen “haar imago , maar ook het werk van de subcommissie Mensenrechten”. Door die imagoschade heeft Arena nu beslist om haar voorzitterschap af te staan.
Eerder vond wel een huiszoeking plaats in de woning van haar assistente Donatella Rostagno, van Italiaanse nationaliteit, en 's avonds werd ook haar kantoor in het Europees Parlement doorzocht, aldus Arena een tijdje terug. Het kantoor van de assistente werd ook verzegeld.
De assistente in kwestie werd ongeveer een jaar geleden aangeworven om te werken aan dossiers rond Afrika en de Democratische Republiek Congo. Eerder werkte ze bij de ngo Fight Impunity, en het is in het kader van die vorige baan dat de huiszoekingen plaatsvonden, preciseerde Arena toen.