De Wereldgezondheidsorganisatie WHO slaat alarm nu een van de strijdende partijen (RSF,red.) het nationaal gezondheidsinstituut in de hoofdstad Khartoem heeft ingenomen.
In dat laboratorium worden onder andere "geïsoleerde virussen" bewaard, onder meer van mazelen, polio en cholera. De inname creëert een “hoog biologisch risico”, waarschuwt de WHO.
Het echte nieuws is niet zozeer de inname van dat lab, maar de vaststelling dat er dergelijke gevaarlijke virussen bewaard worden in een lab met amper veiligheidsmaatregelen.
In Soedan woedt sinds kort een strijd tussen dat Soedanese leger (SAF) onder leiding van Abdel Fattah al-Burhane en de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) onder leiding van generaal Mohamed Hamdane Dagalo. Beide generaals stonden bij de militaire coup van oktober 2021 nog zij aan zij, maar Dagalo nam gaandeweg afstand van Burhane. De gevechten zijn officieel het gevolg van een geschil over de timing van de integratie van de RSF in het leger. In de werkelijkheid gaat het om een machtstrijd tussen beide mannen.
De RSF (Rapid Support Forces) is een paramilitaire organisatie onder leiding van Dagalo. De RSF, die in augustus 2013 officieel werd opgericht, is voortgekomen uit, en bestaat voornamelijk uit, de Janjaweed-milities die tijdens het conflict in Darfur namens de Soedanese regering vochten, en was verantwoordelijk voor talrijke wreedheden tegen burgers. De RSF wordt gesteund door Saoedi-Arabië.
De RSF heeft ook deelgenomen aan de Jemenitische burgeroorlog (2015-heden), in een door Saoedi-Arabië geleide interventie in Jemen naast Saoedische en Emiratische troepen. In 2016-2017 had de RSF 40.000 leden die deelnamen aan de Jemenitische burgeroorlog. Eind oktober 2019 waren er 10.000 teruggekeerd naar Soedan. Door de interventie werd uitgebreide gevechtservaring opgedaan.
Het noordelijke buurland Egypte steunt dan weer legerleider Burhane. De Egyptische president Abdul Fatah al-Sisi wil immers stabiliteit aan zijn grenzen en verwacht die niet van de RSF van Dagalo. De Egyptische luchtmacht bombardeerde eerder deze week zelfs een munitiedepot van de RSF in Soedan.
Legerleider Burhane verklaarde afgelopen dagen de RSF, waar hij sinds de afzetting van dictator Omar al-Bashir in 2019 mee samenwerkte, tot rebellen. Trouw: “Op televisie zei hij dat ‘er geen andere optie is dan een militaire oplossing’, en dat betekent het verslaan van de 100.000 strijders van de RSF.”
Een einde aan de burgeroorlog lijkt dus ver weg. Onzeker is wie die gaat winnen. In eerste instantie gaat het de strijdende partijen om het in handen krijgen van de hoofdstad en de zusterstad aan de overkant van de Nijl, Omdurman.
Trouw: “Het risico is groot dat de RSF, dat vooral uit Arabische huurlingen uit het zuiden van Soedan bestaat, zich terugtrekt in de drie Darfur-deelstaten aan de grens met Tsjaad, en de twee zuidelijk Kordofan deelstaten. Dat zou het land kunnen splitsen.” (zie kaartje)
Vooral in Darfur heeft RSF van oudsher zijn machtsbasis. “De RSF, bestaande uit krijgers van de Janjaweed, richtte daar in 2003 een bloedbad aan onder de zwarte bevolking met 300.000 doden en 2,5 miljoen vluchtelingen als gevolg.”
De chaos in Soedan wordt nog complexer door de bemoeienis van strijdgroepen van buitenaf en interventies van andere landen. Vorige week stuurde generaal Khalifa Haftar, die Oost-Libië in handen heeft, een vliegtuig met wapens naar zijn goede vriend Dagalo.
Haftar wordt gesteund door Rusland en ook het RSF onderhoudt nauwe banden met Moskou. Ook het Russische huurlingenleger Wagner zou betrokken zijn bij de strijd in Soedan en steunt de RSF. De Wagner Groep heeft belangen in de goudmijnen in Darfur, die voor Rusland met alle economische sancties erg belangrijk zijn om aan deviezen te komen.
Inmiddels zijn er ook gevechten uitgebroken tussen het Ethiopische en het Soedanese leger over de betwiste grensregio Al-Fashqa. Addis Abeba zag zijn kans schoon. Buurlanden Tsjaad en Zuid-Soedan vrezen dan weer voor enorme vluchtelingenstromen, die inmiddels ook op gang komen. Beide instabiele landen zijn bang dat het geweld naar hun grondgebied overslaat, omdat de betrokken volken in de drie landen wonen.
De twee strijdende partijen in Soedan zijn ook niet bereid tot ernstige onderhandelingen. Zowel de facto president en legerleider Abdel Fattah al-Burhan als Mohammed Hamdan Dagalo, de leider van de paramilitaire RSF, blijven ervan overtuigd dat "een militaire overwinning op de andere mogelijk blijft". Dat heeft VN-gezant in Soedan Volker Perthes gezegd tijdens spoedoverleg van de VN-Veiligheidsraad, dinsdagavond.
"Dat is een misrekening", aldus Perthes vanuit de havenstad Port Sudan. De VN-gezant zegt in regelmatig contact te staan met de twee generaals die intussen al meer dan tien dagen strijden om de controle over het grondstoffenrijke Afrikaanse land.
Ondanks een staakt-het-vuren van 72 uur dat dinsdag inging, blijft het geweld oplaaien. In sommige delen van het land houdt het staakt-het-vuren wel stand, maar elders escaleert het geweld, aldus Perthes. Dat laatste is onder meer het geval rond de internationale luchthaven van hoofdstad Khartoem, de officiële residentie van de president, militaire sites en andere strategische locaties.
In Khartoem-Noord en Omdurman, die beide deel uitmaken van de stedelijke agglomeratie rond Khartoem, gaan de luchtaanvallen en beschietingen verder.
Daarnaast tonen de strijdende partijen "weinig respect voor burgers, ziekenhuizen en zelfs niet voor voertuigen die gewonden en zieken vervoeren", zei Perthes nog.
De twee generaals pleegden in 2021 samen een staatsgreep, maar raakten de voorbije maanden gebrouilleerd. Een akkoord over de overgang naar een burgerlijk bestuur hield in dat de paramilitaire RSF in het leger opgenomen zou worden, maar daartegen verzette Dagalo zich. Uiteindelijk kwam het tot een nietsontziend gewapend conflict waarvan het einde nog niet in zicht is.
Zeker 460 mensen zijn bij de gevechten omgekomen, schat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), meer dan 4.000 anderen raakten gewond. Het werkelijke cijfer ligt waarschijnlijk veel hoger.
Duizenden mensen zijn op de vlucht uit Soedan, waar al meer dan een week zwaar wordt gevochten tussen het leger en de paramilitaire groep Royal Support Forces (RFS). In de bitter arme buurlanden Tsjaad en Zuid-Soedan zijn al respectievelijk 20.000 en 10.000 vluchtelingen aangekomen, maar dat kunnen er een veelvoud worden.
foto: CIA – Wikipedia