Werken in de eigen living vereist discipline.
Thuiswerken is verplicht. Tenzij het niet anders kan. Maar controleren is moeilijk, zoniet onmogelijk. Thuiswerken wordt al jaren aanzien als een oplossing voor menig (ecologisch) probleem. Er zouden alleen maar voordelen zijn. Corona zorgde – onverwacht – voor een échte test van het thuiswerk. Blijkt dat de bazen zijn minder enthousiast dan verwacht.
Slechts 8 procent van de bedrijven vindt dat van thuis uit werken een meerwaarde biedt, lezen we in ‘Het Nieuwsblad’. De krant komt met de resultaten van een bevraging – uitgevoerd door de Nationale Bank – en de resultaten zijn niet ‘om over naar huis te schrijven’. Mensen waren/zijn helemaal niet klaar voor thuiswerk. De ene werkt in de living, de ander in de keuken, sommigen in de badkamer. Als er daarnaast nog ergens twee puberende kinderen online les volgen , ontstaat er een digitaal kiekenkot waar niemand rustig van wordt.
“Je hebt in je leven meer sociale rollen te vervullen: je moet eten maken, de kinderen verzorgen, je wil ontspannen. Die rollen zijn netjes gescheiden als je ook echt fysiek naar je werk gaat”, zegt Theun Pieter Van Tienoven van de onderzoeksgroep in “Het Nieuwsblad’. “Thuis komen die rollen makkelijker met elkaar in contact, dat kan misschien wel de productiviteit naar beneden halen.”
De grote omschakeling naar structureel thuiswerken wordt dus alleen maar opgedrongen door het virus. Als er straks weer versoepeld wordt, zullen er ongetwijfeld velen liever weer in de file gaan staan dan met de stress van het eigen huishouden te moeten omgaan. Nooit mogen thuiswerken zorgt voor ontevredenheid en frustratie. Altijd thuiswerken vereenzaamt. Het ziet ernaar uit dat we zullen evolueren naar een half-half?