Een Belgenmop, maar dan niet om te lachen.
Dat de groene transitiedroom onrealistisch en dwaas is, wordt op een pijnlijke manier duidelijk uit een bestuursnota van De Lijn. De krant ‘Het Laatste Nieuws’ kon die inkijken en concludeerde: “Dit is gewoon te zot voor woorden.”
De grote Vlaamse steden zijn al enkele jaren LEZ-zones. Wie vervuilt, betaalt. En dat geldt ook voor De Lijn. Die betalen zich blauw aan boetes, omdat er gewoon niet genoeg elektrische bussen zijn. Van de 2.200 bussen die De Lijn momenteel gebruikt, rijdt 70 procent op diesel. 29 procent is een ‘hybride’, die zowel een dieselmotor als elektrische batterij aan boord heeft. Minder dan 1 procent rijdt helemaal proper: 0,7 procent is elektrisch (zestien stuks) en 0,2 procent gebruikt waterstof (vijf stuks).
Volgens de directie heeft de Vlaamse overheid de afgelopen vijftien jaar te weinig geïnvesteerd in nieuwe lijnbussen, waardoor er in totaal 435 te weinig werden aangekocht.
De Vlaamse regering wil tegen 2025 geen vervuilende CO²-uitstoot meer dus door lijnbussen in de steden. Onmogelijk. Dat is als tegen de wind in plassen en hopen dat je niet nat wordt. Volgens schattingen van De Lijn zelf zullen zij door de te trage vervanging van oude bussen vanaf 2026 jaarlijks 30 miljoen euro aan LEZ-boetes moeten betalen.
Om dat miljoenenverlies tegen te gaan, heeft De Lijn een plan bedacht. Ze gaan alle elektrisch spul dat nu op het platteland rijdt naar de steden verhuizen en die van het platteland vervangen door vervuilende tweedehands dieselbussen. Die exemplaren mogen daar namelijk wél nog rondrijden omdat er geen strenge uitstootnormen bestaan.
Belgischer kan het niet. Opgelost, toch?