“Dit kan een voorbeeld zijn van het aanzetten tot discriminatie en misschien zelfs geweld tegen de meest gemarginaliseerde bevolkingsgroep van Europa.”
Het interfederaal gelijkekansencentrum Unia vind het ‘incident Rousseau’ “zeer problematisch”. Directeur Els Keytsman kondigde op Radio 1 dat Unia een onderzoek opstart naar de onderzoeken van voorzitter Conner Rousseau. Conner verbergt zich nog altijd zijn geheugenverlies en nog altijd erkennen dat hij het over “bruine mensen” heeft gehad. Hij zou wel tegen agenten iets over het gebruik van de wapenstok tegen mensen uit de Romagemeenschap hebben gezgd, om zo respect bij hen af te dwingen. Maar, er is een 'maar'.
Op de website van Unia lezen we het volgende: “Unia heeft kennis genomen van de verklaringen van Conner Rousseau voor de verzamelde pers. Als de uitlatingen waarvan hij wordt beschuldigd worden bevestigd, kunnen de uitlatingen gezien worden als het aanzetten tot discriminatie of zelfs geweld (gebruik van een wapenstok). Daarbij moet ook zijn maatschappelijke functie en het moreel gezag dat hij over de betrokken politieagenten heeft, mee in overweging genomen worden.” Op Radio benoemt directeur Els Keytsman het als volgt: “Dit kan een voorbeeld zijn van het aanzetten tot discriminatie en misschien zelfs geweld tegen de meest gemarginaliseerde bevolkingsgroep van Europa.”
En dus gaat Unia (wellicht) contact op nemen met de referentieambtenaar discriminatie en racisme van de politiezone. Unia kan ook klacht indienen als benadeelde partij, wat het centrum toegang geeft tot informatie en waardoor het op de hoogte komt van de stappen van het onderzoek. Dat kan uiteindelijk leiden tot een burgerlijke partijstelling.
Tot slot schrijft Unia: “’Ongeacht de gerechtelijke uitkomst van de lopende procedure, veroordeelt Unia ieder discours dat een groep stigmatiseert, ongeacht de dader.”