Groot nieuws: voormalig socialistisch minister en huidig advocaat Johan Vande Lanotte wil het regime van de Turkse president Erdogan voor het Internationaal Strafhof zien verschijnen. Hij broedt volgens de media op een vordering van niet minder dan 5.000 pagina's aan mensenrechtenschendingen. “Oud-minister Johan Vande Lanotte daagt Turks regime voor Internationaal Strafhof”, koppen de media. Maar kan dat wel?
Eerste probleem: Turkije heeft het verdrag voor het Internationaal Strafhof nooit ondertekend. De instantie heeft dus geen bevoegdheid in deze. Vande Lanotte werkt dus via een omweg. "We focussen op negen ontvoeringen die plaatsvonden in acht landen die wél onder het Internationaal Strafhof vallen", verdedigt hij zich in de media. Het gaat volgens hem om geslaagde ontvoeringen in Bulgarije, Roemenië, Albanië, Cambodja, Kenia en Gabon én om mislukte pogingen in Zwitserland en Mongolië.
Er is een bijkomend probleem. Meester Fernand Keuleneer op Twitter: “Vande Lanotte kan Turkije helemaal niet voor het Internationaal Strafhof dagen. Hij kan enkel informatie bezorgen aan het Hof, op basis waarvan de aanklager bij het Hof al dan niet een onderzoek kan openen.”
Twee jaar geleden, na zijn politieke exit, ging Vande Lanotte aan de slag bij Van Steenbrugge Advocaten (VSA). Het Gentse kantoor verdedigde volgens De Tijd al vaker de belangen van Turkse burgers, zoals enkele Belgische leden van de Gülenbeweging. De Turkse regering ziet die invloedrijke beweging Hizmet van de islamitische goeroe Fethullah Gülen als een terreurorganisatie. De CIA ziet het zo.
Toch rijst er volgens De Tijd ook bijkomende kritiek op de demarche van Vande Lanotte. In een tweet haalt Dries Lesage, verbonden aan het Instituut voor Internationale Studies (UGent), 'de erg duistere kanten van de (Gülen)organisatie' aan. Hij wijst erop dat de Gülenbeweging zich in het verleden schuldig gemaakt heeft aan zware mensenrechtenschendingen toen de organisatie nog een machtige positie bekleedde in de Turkse maatschappij.