Eigen rijken eerst.
In de recent gepresenteerde supernota van federaal formateur Bart De Wever worden de contouren van een vernieuwde structuur voor de personenbelasting geschetst. De belangrijkste boodschap is dat de voorgestelde hervormingen vooral ten goede te komen aan degenen met hogere inkomens, terwijl de belastingdruk voor de doorsnee lonen niet significant zal verlagen.
Nieuwe tarieven in de personenbelasting
De supernota stelt dat het huidige belastingtarief voor inkomens boven 48.320 euro, dat nu op 50 procent ligt, ter discussie staat. De Wever stelt: “Niemand zou meer dan 50 procent van zijn loon uit arbeid moeten afdragen.” Dit betekent dat zelfs wie het minimumloon verdient al met een belastingtarief van 40 procent te maken heeft.
Tariefstructuur en belastingdruk
De plannen omvatten - zo lezen we in ‘De Tijd’ - een herziening van de belastingtarieven en schijven. Een opvallende wijziging is de introductie van een nieuw tussentarief van 35 procent voor delen van het loon die momenteel onder het 40-procenttarief vallen. Daarnaast wordt het hoogste tarief van 50 procent afgeschaft. Hierdoor zal niemand nog meer dan 45 procent belast worden op hun loon, wat een significante wijziging betekent in vergelijking met het huidige systeem.
Toch moeten we voorzichtig zijn met deze veranderingen. De omvang van de laagste schijf, die belast wordt tegen 25 procent, blijft onveranderd. Dit betekent dat voor veel belastingbetalers de belastingdruk op hun loon niet spectaculair zal veranderen, aangezien een groot deel van de inkomens nog steeds onder de hogere tarieven van 40 en 45 procent valt.
Effecten op verschillende inkomens
Berekeningen van KPMG, uitgevoerd voor ‘De Tijd’, tonen aan dat de nieuwe tariefstructuur vooral gunstig is voor hogere inkomens. Voor iemand met een bruto inkomen van 32.400 euro zal de belastingbesparing net geen 300 euro bedragen. Voor een hoger salaris van 90.000 euro kan de besparing echter oplopen tot maar liefst 1.700 euro.
Olivier Vanneste, partner bij KPMG, ziet de voorgestelde hervormingen als een stap in de juiste richting. “Het huidige toptarief van 50 procent – wat met gemeentebelasting zelfs op 54 procent uitkomt – is niet populair in het buitenland en kan buitenlandse bedrijven en werknemers afschrikken. Door dit tarief te verlagen naar 45 procent, komen we in lijn met landen zoals Duitsland, wat ons positie op de internationale markt zal verbeteren.”
Conclusie
Samenvattend biedt de supernota van Bart De Wever een aantal belangrijke hervormingen die de belastingdruk op hogere inkomens verlichten, terwijl de doorsnee werknemer weinig tot geen profijt zal ondervinden. Het blijft een delicaat evenwicht, waarbij de lange termijn effectiviteit van deze veranderingen in de personenbelasting zal afhangen van de uiteindelijke uitvoering en acceptatie van deze voorstellen in de bredere politieke context.
(Foto: Didier Lebrun/ Photo News)
