Welke woorden zijn er straks verboden?
Let op met wat je zegt. Voor je het weet ben je onbeleefd, kwetsend, een racist, een homohater of erger nog: een blanke man van middelbare leeftijd. Taalkundige Vivien Waszink, medewerkster van het Instituut voor de Nederlandse Taal, heeft er een boek over geschreven: “Dat mag je óók (al niet meer) zeggen”. Wat is er allemaal veranderd in onze taal en wat kan je nog wel en niet zeggen? Welke woorden kunnen? En welke juist niet? In haar boek wil Waszink niet dwingend voorschrijven welke woorden we wel of niet meer moeten gebruiken. Ze legt liever uit welke gevoeligheden er spelen. En ze doet suggesties voor oplossingen.
We zetten er enkele op een rij. Aan jou om te ontdekken wat de inquisitie passeert en wat niet.
Een allochtoon, een Turk, gastarbeider, immigrant, iemand met een migratieachtergrond, of bicultureel?
Vrouw of mens met een baarmoeder?
Mijnheer/mevrouw, of beste?
Afrikaan, zwarte, neger of tiener uit Senegal?
Gehandicapte of persoon met een handicap?
Directeur of directrice voor een vrouwelijke directeur?
Leraar, lerares of leerkracht?
Secretaresse of administratief medewerker?
Transgender of transseksueel?
Homo, of homoseksuele man?
Barende partner of biologische moeder, of meemoeder?
Bejaarde of oudere?
Derdewereldland, of groeiland?
Of zullen we gewoon Engels gaan spreken?