In de Britse pers werd onlangs opnieuw melding gemaakt van een lek radioactief plutonium in de Stille Oceaan. Dit lek werd reeds in 2013 ontdekt. De plaatselijke bevolking zou klagen over afwijkingen bij pasgeboren kinderen en hoge kankercijfers. Moeten ook wij ons zorgen maken of is dit een ver-van-ons-bed-show?
Gedurende de Koude Oorlog experimenteerde het Amerikaanse leger met kernwapens rond de Marshalleilanden. Één van de nucleaire bommen die ze er tot ontploffing brachten, was Bravo Shot, een bom die 1.000 keer sterker was dan die op Hiroshima en Nagasaki werden losgelaten. In de jaren zeventig rapporteerden de Amerikaanse media dat het gebied één van de meest giftige gebieden ter wereld was. De Verenigde Staten zetten een opruimactie op poten, waaronder de bouw van een opslagplaats waar resten van het giftig materiaal van de nucleaire tests werden opgeslagen. Deze poreuze betonnen koepel zou echter niet behoorlijk afgesloten zijn en wegens het stijgende zeeniveau lekt er nu dodelijk radioactief plutonium de oceaan in.
Scary, right? Neem daar tropische stormen en stevige onderstromingen bij en de Apocalyps lijkt opeens niet zo veraf meer. Maar zullen onze oceanen binnenkort daadwerkelijk groen oplichten, of valt het allemaal nog wel mee?
Gelukkig bestaat er voor elk land een organisatie die minutieus toeziet op het gevaar van ioniserende straling voor het leefmilieu. In België is dat het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC).
“Wij houden toezicht op de Belgische territoriale wateren”, verklaart Ines Venneman, woordvoerder van het FANC. “We nemen in samenwerking met NIRAS (de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, red.) frequent bodem- en waterstalen tot binnen de twintig mijl van de Belgische kust om zo het mariene milieu te monitoren. Het OSPAR-verdrag legt voor de hele Europese Unie het kader vast waar ook andere regulatoren zoals het FANC binnen dienen te handelen. Maar omdat ieder land zijn eigen wateren en voedselketen opvolgt, kan het FANC weinig doen aan noch commentaar geven op de situatie in de Stille Oceaan.”
Of die situatie ook onze Noordzee zal beïnvloeden, betwijfelt Venneman sterk.
“We hebben weinig informatie over dit specifieke voorval, maar aangezien het lek zich zo ver van ons bevindt, zullen wij hier nooit een impact van ondervinden”, zegt ze. “In België hebben we in de recente geschiedenis geen voorvallen gehad van een lek of een lozing in de Noordzee. Maar moest er zich een noodsituatie voordoen, zullen wij dit meteen kunnen detecteren omdat wij regelmatig controles uitvoeren. In het ergste geval brengen wij meteen alle instanties, zoals bijvoorbeeld Volksgezondheid, op de hoogte en zullen we hier ook open over communiceren naar de bevolking toe, zodat de nodige maatregelen genomen kunnen worden. Maar in dit geval en op dit moment tonen onze metingen aan dat er absoluut geen reden is tot ongerustheid.”