“Zet je schrap voor fors stijgende energierekeningen.”
België dreigt zich lelijk in de vingers te snijden met het ambitieuze Prinses Elisabeth Eiland, de energiehub in de Noordzee die de troon moet bestijgen als technisch wereldwonder. De originele schatting was 2,2 miljard euro voor dit vlaggenschipproject. Toch? Vergeet het maar. Volgens nieuwe schattingen kan het kostenplaatje oplopen tot een duizelingwekkende 7 miljard euro. En dat betekent maar één ding: de Belgische gezinnen en bedrijven kunnen zich schrap zetten voor fors stijgende energierekeningen.
Van trots naar pijnlijke realiteit
Het Prinses Elisabeth Eiland moet dé offshoredraaischijf worden, met als belangrijkste taak het aansluiten van drie toekomstige windparken en de bouw van onderzeese stroomkabels richting het Verenigd Koninkrijk en andere Noordzeelanden. Doch, wat aanvankelijk klonk als een groen prestigeproject met internationale allure, begint nu te lijken op een financiële tijdbom. De baggerbedrijven DEME en Jan De Nul zijn volop bezig met de ruwbouw, maar de kostenstijgingen stapelen zich in een alarmerend tempo op.
De kostensprong is niet zomaar een peulschil. Vorig jaar werd er al voorzichtig gefluisterd dat de prijs zou verdubbelen tot zo’n 3,6 miljard euro. Recente waarschuwingen van de energiewaakhond CREG spreken over een mogelijke “kostenexplosie” tot wel 7 miljard. Dat cijfer is trouwens geen nattevingerwerk: CREG waarschuwde minister van Energie, Tinne Van der Straeten, al in mei per brief voor deze stijging.
Elia draait aan de knop van de facturen
Netbeheerder Elia, die het energie-eiland bouwt, heeft het geluk dat de kosten voor deze ‘essentiële infrastructuur’ netjes mogen worden doorgerekend aan de stroomverbruikers. Lees: de facturen gaan omhoog. Dat betekent een harde klap voor de Belgische industrie, die al kreunt onder de hoge energieprijzen. Grote verbruikers kunnen vanaf 2025 miljoenen euro’s extra aan hun energiefactuur toevoegen, en dat allemaal dankzij deze ambitieuze offshore investering.
Oorzaken van de kostenexplosie
Waarom lopen de kosten zo uit de hand? De redenen zijn legio, maar de grote boosdoeners zijn stijgende prijzen van bouwmaterialen en de schaarste op de markt voor essentiële infrastructuur zoals kabels en transformatoren. Aannemers zitten met bomvolle orderboekjes, nu de hele wereld massaal investeert in hernieuwbare energie. Elia zelf wijst op deze bredere Europese problematiek, waarbij er simpelweg te weinig capaciteit is om al die projecten in recordtempo uit te voeren.
Vinden we nog een noodrem?
Minister Van der Straeten, die als Groen-politica normaal voorstander is van groene energieprojecten, heeft intussen de druk op CREG opgevoerd. Ze vraagt hen om de kaasschaafmethode toe te passen: snijden waar mogelijk, zonder het project te ondermijnen. Een werkgroep zal dit nu verder onderzoeken, maar de vraag blijft of dit genoeg zal zijn om de pijn te verzachten.
Wat staat er op het spel?
Als de kosten van het energie-eiland nu al de pan uit rijzen, wordt gevreesd dat ook andere grootschalige infrastructuurprojecten van Elia in hetzelfde schuitje belanden. De versterkingslijnen op land, zoals het felbesproken Ventilus-project, en nieuwe kabels richting het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zouden ook wel eens een flink stuk duurder kunnen worden dan oorspronkelijk gedacht. En dat terwijl die projecten eveneens essentieel zijn voor de energiebevoorrading en de verdere elektrificatie van het land.
Besluit
Het Prinses Elisabeth Eiland, ooit aangekondigd als het kroonjuweel van België's energiebeleid, dreigt uit te groeien tot een financiële strop. Terwijl de groene stroomambities van de Belgische overheid stevig overeind blijven, voelt de Belg nu al de hete adem van de oplopende energiekosten in zijn nek. Het goede nieuws is dat de grote staatsvrouw Tinne Van der Straeten - woorden van Almaci - straks de Wetstraat mag verlaten.