Het hoogste strafhof van Argentinië meldt een nieuwe ontwikkeling in de zoektocht naar gerechtigheid in de dodelijkste aanslag in de geschiedenis van het land - de bomaanslag op het hoofdkwartier van een Joods gemeenschapscentrum in 1994 - met de conclusie dat Iran de aanslag had gepland en dat de militante terreurgroep Hezbollah uit Libanon de plannen had uitgevoerd.
Op 18 juli 1994 vond een bomaanslag op het gebouw van de Asociación Mutual Israelita Argentina (AMIA), een Joods cultureel centrum in Buenos Aires, plaats. Het was de dodelijkste bomexplosie in Argentinië sinds de Tweede Wereldoorlog. Er vielen 85 doden, die vrijwel allemaal Joods waren. De aanslag werd vrijwel zeker gepleegd door Ibrahim Hussein Berro, in opdracht van de Iraanse regering.
Een zeer explosieve bom van ammoniumnitraat werd in een auto door de poort van het AMIA-gebouw in Buenos Aires gereden. Het 7 verdiepingen hoge AMIA-gebouw was het hoofdkwartier van de Argentijnse Joden. Nadat de terrorist de autobom ontstak, ontstond er een explosie, waarbij het volledige gebouw instortte, evenals een aantal gebouwen in de omgeving.
Er vielen 85 doden, waarvan de meeste Joods waren. Ook waren er meer dan 300 gewonden. De aanslag kwam twee jaar na de aanslag op de Israëlische ambassade in Buenos Aires, waarbij 29 doden vielen. In de dagen na de aanslag vonden nog twee andere aanslagen plaats. Twee dagen na de aanslag liet een zelfmoordterrorist een bom ontploffen in een forensenvliegtuig, waarbij 19 doden vielen, waarvan er 12 Joods waren. Nog een acht dagen na de aanslag, ontplofte een autobom bij de Israëlische ambassade in Londen.
Na de aanslag zond Israël een aantal Mossad-agenten naar Argentinië om de aanslag te onderzoeken. Argentinië sloot daarnaast de grenzen om te voorkomen dat er nog meer terroristen het land in zouden komen. Het wordt voor mogelijk gehouden dat de terroristen Argentinië binnenkwamen via het drielandenpunt, de plaats waar de grenzen van Argentinië, Brazilië en Paraguay samenkomen.
Argentinië, Israël en de Verenigde Staten zeiden dat Hezbollah achter de aanslag zat, met steun van Iran.
De rechtbank noemde Iraanse topfunctionarissen en paramilitaire commandanten van de Revolutionaire Garde in haar vaststelling dat Iran de bomaanslagen uitvoerde als reactie op het feit dat Argentinië drie contracten schrapte die Teheran halverwege de jaren tachtig nucleaire technologie zouden hebben geleverd. De conclusies waren gebaseerd op vertrouwelijke inlichtingenrapporten.
In het licht van de uitspraak van de rechtbank vroeg Israël Argentinië om de Revolutionaire Garde tot terroristische organisatie te verklaren. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Israël Katz, zei vrijdag in een verklaring dat hij contact had opgenomen met zijn collega in Argentinië, Diana Mondino, om het verzoek over te brengen. De twee spraken elkaar donderdag laat, zei Katz.
Eerdere onderzoeken naar de bomaanslagen hebben aanklachten opgeleverd, niet alleen tegen Iraanse functionarissen, maar ook tegen twee voormalige Argentijnse presidenten. In 2015 werd de hoofdaanklager in de zaak op mysterieuze wijze dood aangetroffen in zijn badkamer, de dag voordat hij naar buiten zou treden met beweringen dat Argentijnse topambtenaren hadden samengespannen met Iran om de verantwoordelijkheid voor de bomaanslagen te verdoezelen. In de loop der jaren zijn getuigen bedreigd en omgekocht.
foto: wikipedia rv