De Haven van Zeebrugge en de Chinese logistieke ‘major’ Cosco hebben onlangs een overeenkomst ondertekend waarin beide partijen zich aan elkaar binden tot 2055.
Op 1 januari 2022 ging de verlenging in van de huidige concessieovereenkomst in. Cosco Shipping Ports (CSP) mag krachtens het akkoord de concessie voor zijn containerterminal behouden tot 31 december 2055.
Dat lijkt op het eerste gezicht goed nieuws. De Chinese bedrijven zijn al enige tijd in onze havens gevestigd. Men dacht indertijd dat de handel met China tot meer democratie in dat land zou leiden. Dat is niet gebeurd, wel integendeel.
In alle grote Chinese bedrijven is er immers een cel van de Communistische Partij, die erop toeziet dat de beslissingen van het bedrijf stroken met de strategische doelstellingen van het regime. Een dergelijke cel bij Cosco Shipping bepaalt dus ook het interne en externe beleid van dat bedrijf.
Zulke bedrijven in onze havens komen ook vooral de Chinese export ten goede. De Chinese wetgeving verplicht hen ertoe bepaalde gegevens die ze in de context van hun activiteiten verzameld hebben, over te maken, als hun dat gevraagd wordt.
Volgens minister Van Quickenborne weet de Staatsveiligheid niet of dat regelmatig gebeurt. Van Quickenborne onlangs in de Commissie: “China ziet vooral toe op zijn economische ontwikkeling, maar er is altijd een geopolitiek aspect. Het risico op inmenging bestaat.”
China maakt van zijn economisch gewicht ook gebruik om politieke doeleinden in het buitenland na te streven. In 2017 werd een EU-verklaring over de mensenrechten in China geblokkeerd door Griekenland, waar de Chinezen de haven van Piraeus gekocht hebben.
Van Quickenborne: “We moeten voorkomen dat één partij onevenredige belangen ontwikkelt. Als België te afhankelijk wordt van één investeerder, stelt het zich aan inmenging of zelfs sabotage bloot.”
Dat het de Chinezen menens is, blijkt uit recente gegevens dat de politie van dat regime over informele politieposten in Europese landen beschikt: de ‘Chinese overseas police service stations’, die vooral bij de gedwongen repatriëring van Chinese vluchtelingen optreden.
Volgens rapporten zijn er al Chinese politiebureaus in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Oostenrijk, Spanje, Portugal, Italië, Griekenland, Hongarije, Slovakije, de Tsjechische Republiek, Zweden en Duitsland.
Officieel is er volgens Van Quickenborne in België (nog) geen vertegenwoordiger van een Chinese politiedienst aanwezig.
De minister in een eerdere vergadering van de Commissie: “Het valt niet uit te sluiten dat China probeert om bij ons voet aan de grond te krijgen, teneinde de uit China afkomstige diaspora te controleren. Ik volg dit dossier van nabij op, samen met de Veiligheid van de Staat.”