Supernota pensioenen: de miljardenjacht van De Wever voor 2029.
De naam "supernota" klinkt al even indrukwekkend als de inhoud zelf, en terecht. Federaal formateur Bart De Wever kijkt tegen een ongeziene uitdaging aan. In zijn poging om de begroting van het land weer in het gareel te krijgen, heeft hij zijn messen geslepen en legt hij ingrijpende hervormingen op tafel die ongetwijfeld voor heel wat beroering zullen zorgen. Tegen 2029 wil 'Bart de Grote' een monumentale besparing van 3,1 miljard euro realiseren op de Belgische pensioenen. We duiken even in de belangrijkste plannen die momenteel op de onderhandelingstafel liggen.
1. Bonus-Malus: wie lang werkt, wordt beloond
Je pensioenleeftijd kiezen is straks niet meer vrijblijvend. In het nieuwe systeem dat De Wever voorstelt, wordt werken na de wettelijke pensioenleeftijd beloond met een bonus, terwijl te vroeg stoppen bestraft wordt met een malus. Dit "bonus-malus" systeem is een heropleving van de ‘actuariële correcties’ uit de jaren ’80. Toen was er geen ontkomen aan: elk jaar minder werken, kostte je tot 5 procent van je pensioen. Stel je voor dat je 40 jaar werkt in plaats van de vereiste 45: dat betekent maar liefst 25 procent minder pensioen. Het is dus slikken of... nog vijf jaar doorbikkelen.
Volgens berekeningen moet dit systeem tegen 2029 al 777 miljoen euro in het laatje brengen. En dat is nog maar het begin.
2. Gelijkgestelde periodes: snoeien in ‘gratis’ pensioenjaren
Maar liefst een derde van de pensioenrechten van werknemers komt voort uit ‘gelijkgestelde periodes’. Dit zijn de jaren waarin je niet werkt, bijvoorbeeld door ziekte of werkloosheid, maar die toch meetellen voor je pensioenopbouw. De Wever wil dit systeem grondig herzien. Enkel periodes die maatschappelijk verantwoord zijn – zoals zwangerschapsverlof of zorgverloven – zouden nog gelijkgesteld worden. Brugpensioen of langdurige werkloosheid? Daar mag je straks naar fluiten.
Vanaf 2025 zouden gelijkgestelde periodes nog maar 20% van je pensioenrechten mogen uitmaken, wat tegen 2029 een besparing van 527 miljoen euro zou moeten opleveren.
3. Flexibiliteit voor wie jong begon: na 42 jaar mag je eruit
Heb je op je 18e de handen uit de mouwen gestoken en al 42 jaar de arbeidsmarkt onveilig gemaakt? Dan mag je binnenkort vanaf je 60e genieten van je welverdiende pensioen. Dat is althans het plan voor wie effectief 42 loopbaanjaren met minstens 156 gewerkte dagen per jaar kan voorleggen. Een charmeoffensief richting de vakbonden? Misschien wel, maar het prijskaartje liegt er niet om: deze ingreep zou jaarlijks zo'n 159 miljoen euro kosten tegen 2029.
4. Het minimumpensioen: geen cadeautjes meer
De lat voor het minimumpensioen wordt ook opgetrokken. Waar je vandaag nog met 30 loopbaanjaren aanspraak maakt op een minimumpensioen van ruim 1.625 euro netto, zou dat straks 35 jaar worden, en dan nog enkel als je effectief 156 dagen per jaar gewerkt hebt. Geen volledige loopbaan, geen volledig minimumpensioen. Dat is de harde realiteit waar De Wever naartoe wil.
5. Inkomensgarantie voor ouderen (IGO): eerts hier wonen, dan pas geld
Wie na zijn pensioen moet rondkomen met een schamel bedrag, kan rekenen op een inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Maar De Wever wil die regeling strikter maken. Heb je de laatste vijf jaar niet ononderbroken in België gewoond? Dan kom je niet in aanmerking. Bovendien krijg je enkel het volledige IGO-bedrag als je minstens 40 jaar in ons land hebt gewoond. Het doel is duidelijk: de solidariteit bewaren voor wie hier zijn hele leven heeft gewerkt en gewoond.
6. De tweede pijler: pensioen 2.0
Het wettelijk pensioen alleen is niet genoeg, vindt De Wever. Hij wil de zogenaamde ‘tweede pijler’, het aanvullend pensioen, veel steviger maken. Vandaag krijgt slechts een kwart van de werknemers een aanvullend pensioen via hun werkgever. De Wever wil dit systeem uitbreiden, zodat werknemers in zowel de private als publieke sector een extra spaarpotje hebben tegen hun pensioen. De werkgeversbijdrage zou minstens 3 procent moeten bedragen.
7. Ambtenarenpensioenen: eindelijk eerlijk?
Eén van de meest omstreden hervormingen betreft de ambtenarenpensioenen. Waar werknemers en zelfstandigen hun pensioen berekend zien op basis van hun volledige loopbaan, telt bij ambtenaren enkel de laatste 10 jaar. De Wever wil die berekeningsbasis stapsgewijs uitbreiden tot 20 jaar, en tegen 2040 zelfs 40 jaar. Geen uitzonderingen meer voor militairen of NMBS-personeel; hun pensioenleeftijd wordt ook opgetrokken.
Verder wordt het systeem van perequatie – waarbij de pensioenen van ambtenaren bovenop de index kunnen stijgen – volledig afgeschaft. En vergeet dat je als ambtenaar nog ziektedagen kan opsparen voor je pensioen. De Wever wil naar een systeem van arbeidsongeschiktheidsverzekering zoals in de privésector.
Conclusie: van supernota naar superbesparing?
De ingrepen in de supernota van De Wever zijn niet van de poes. Ze raken allicht gevoelige snaren. Doch, in de ogen van de formateur zijn ze broodnodig om de Belgische begroting weer gezond te maken. De pensioenen worden nooit meer zoals vroeger. Als de plannen van Bart het halen.