De Libische premier, Abdul Hamid Dbeibah, kondigde volgens The Libya Observer aan dat de Belgische rechterlijke macht het beslag op de activa van de Libyan Investment Authority en Libyan Foreign Investment Company (LAFICO) bij Euroclear Bank heeft opgeheven.
Dbeibah zei volgens het Libische medium dat deze complexe zaak een zorgvuldige follow-up vereiste, en voegde eraan toe dat de regering lange uren had doorgebracht in intensieve vergaderingen om alle details te bespreken en een duidelijke strategie te ontwikkelen om het te beschermen.
Hij benadrukte dat deze prestatie niet alleen een juridisch succes was, maar eerder een belangrijke stap om de stabiliteit van de economie van het land te verbeteren, de nationale munt te ondersteunen en het behoud van de activa van de Libiërs te bevestigen.
De Libische premier merkte op dat zijn regering de capaciteiten van Libië zou blijven verdedigen en zou blijven werken om ze voor alle burgers te investeren.
De woordvoerder van de Libische Investeringsautoriteit, Louay Al-Griew, bevestigde aan The Libya Observer dat er een nieuwe overwinning was geboekt met de uitvaardiging van een uitspraak van de Belgische justitie om de inbeslagnames op de activa van de Autoriteit die sinds 2017 onder gerechtelijk beslag stonden, op te heffen.
Hij legde aan het medium uit dat deze uitspraak betekent dat er niet langer beslag wordt gelegd op de activa van de Autoriteit in (Euroclear), en merkte op dat de uitspraak het resultaat is van het harde en strategische werk van het team van de Libische Investeringsautoriteit.
The Libya Observer tot slot: “In juli 2023 heeft het Belgische Hof van Beroep een arrest gewezen waarin de bevriezing wordt bevestigd van een bedrag van 15 miljard euro van de tegoeden van de Libische Investeringsautoriteit die bij Euroclear Bank in Brussel waren gedeponeerd. De uitspraak kwam nadat de Belgische prins Laurent een schadevergoeding van 50 miljoen euro eiste vanwege het niet uitvoeren van een contract dat in 2008 met het Libische ministerie van Landbouw was ondertekend en dat door de Libische autoriteiten werd geannuleerd.“