Het is natuurlijk een cynisch toeval: net op de dag waarop - deels terecht - door sommigen gestaakt wordt voor meer koopkracht wordt het Europese akkoord bekendgemaakt om nog meer koopkracht af te nemen van die burgers.
Dat verlies aan koopkracht komt er immers door de boycot op Russische olieproducten. De prijzen voor olieproducten bij ons gaan uiteraard onmiddellijk omhoog. Dat we Poetin hiermee voluit zouden treffen, is een illusie. China en India hebben de laatste maanden massaal goedkope Russische olie gekocht en zullen dat in de toekomst nog meer doen.
Ondertussen bereikt - deels hierdoor - de inflatie bijna ‘double digits’ (10 procent dus). De situatie doet een beetje denken aan de jaren 70. Het verschil is wel dat de intrest toen even hoog lag. Vandaag krijg je niets op de spaarrekening. Toen werd het koopkrachtverlies grotendeels gecompenseerd door die rentevergoeding. Vandaag stroomt de welvaart van de burger door de vingers van diezelfde burger die er nochtans hard voor gewerkt heeft.
Dat uitgerekend de Duitse burgers dat vandaag pikken is vreemd. Ook daar hebben ze last van snel stijgende prijzen. En daar hebben ze in de jaren 20 geleerd wat inflatie is. Die bereikte een hoogtepunt in 1923. Bijna een eeuw geleden. Symbolischer kan niet. De geldgroei was immers volledig uit de hand gelopen en dat leidde tot hyperinflatie. In november 1923 kostte één Amerikaanse dollar één biljoen mark. Burgers gingen met een kruiwagen vol waardeloos geld naar de bakker om een brood te kopen. En toen ze in de rij stonden, was de prijs alweer verdubbeld. De kruiwagen vol waardeloos papiergeld was niet meer voldoende.
De meeste Duitsers zijn dat niet vergeten en daarom voerden ze de laatste decennia terecht een politiek om de waarde van de munt te verdedigen. Een bejaarde Duitser krijgt nog steeds klam zweet als je hem of haar over geldontwaarding spreekt. Vandaag is de Duitse havik evenwel snavel en klauwen kwijt. De ECB staat erbij en kijkt ernaar.
Het is dan ook de hoogste tijd dat burgers zich mogen uitspreken over dat roekeloze beleid van vaak niet eens democratisch verkozen personen zoals Michel junior en Von der Leyen. Zij hebben geen last van de galopperende prijzen.