De feiten zijn gekend: op 13 oktober 1961 werd Louis Rwagasore vermoord. Hij was net daarvoor premier van het latere Burundi geworden.
Rwagasore werd vermoord met een welgemikt schot uit een 9,3mm-geweer, afgevuurd door de jonge Griekse huurmoordenaar Ioannis ‘Jean’ Kageorgis. Rwagasore zat in de 'Tanganyikabar' en werd geraakt in de knoop van zijn das, zijn hoofd plofte op tafel, een brandende sigaret nog in de mond. Hij was op slag dood. Eerder dat jaar werd Patrice Lumumba in Congo vermoord.
Ondertussen weten we dat België achter beide moorden zat. Begin de jaren zestig is Boudewijn koning der Belgen. In tegenstelling tot wat sommigen vandaag beweren, had hij zich op dat ogenblik - na 10 jaar - volledig ‘bevrijd’ van de entourage van zijn vader Leopold III en zelfs van de invloed van die laatste.
Dat is te verklaren door Fabiola die haar echtgenoot voor de ultieme keuze plaatste: Leopold of ik. Dat ze hiermee Boudewijn ook uit de tentakels van Lilian Baels haalde, was mooi meegenomen voor de Spaanse intrigante.
Boudewijn was begin de jaren zestig ook de best geïnformeerde Belg. Hij wist en hoorde alles. Het paleis was een inlichtingencentum met grote input vanuit de VS. De koning was uiteraard op de hoogte van de moordplannen op Lumumba en Rwagasore en keurde de plannen expliciet of impliciet goed.
Een van de grootste raadsels is dan ook hoe Boudewijn er met de jaren in slaagde toch een imago van medelievende vorst te creëren als je weet dat hij liters Afrikaanse bloed aan zijn handen heeft. Dat is ook het belang van die moord op Rwagasore. Dus ja, het is goed om vandaag wakker te blijven liggen van die moord. Al was het maar om te beseffen dat ze in Laken minder onschuldig zijn dan ze lijken. Zelfs zestig jaar later.