Een loonsverhoging van 2 procent, betekent niet dat je twee procent meer op je bankrekening zal zien.
De spilindex heeft voor het eerst in zes maanden zijn drempel overschreden, wat betekent dat sociale uitkeringen en pensioenen omhoog gaan en ambtenaren vanaf juni een loonsverhoging van 2 procent krijgen. En de anderen?
Wat betekent de spilindex eigenlijk?
Elke maand wordt de waarde van een mandje met belangrijke consumptiegoederen en diensten gemeten. De spilindex is een vastgelegde drempel. Als het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindex (de algemene index zonder tabak, alcohol, benzine en diesel) van de voorbije vier maanden hoger is dan die spilindex, worden de sociale uitkeringen, pensioenen en ambtenarenlonen aangepast. Het gaat telkens om een verhoging van 2 procent.
De belangrijkste prijsstijgingen in april hadden betrekking op motorbrandstoffen, hotelkamers en restaurants en cafés. Zuivelproducten, fruit, vlees, brood en granen, kleding, buitenlandse reizen en citytrips, elektriciteit, vis en zeevruchten, artikelen voor huisdieren en vakantiedorpen hadden daarentegen een verlagend effect op de index.
Interessant voor de komende verkiezingen
Met de inflatie stijgend naar 3,4 procent, zullen in mei de uitkeringen en pensioenen met twee procent stijgen, gevolgd door de lonen bij de overheid in juni. In mei zullen gepensioneerden en mensen met een uitkering als eersten de vruchten plukken van deze stijging. Dit kan een belangrijke factor zijn met de verkiezingen in het vooruitzicht, waar koopkracht een grote zorg blijkt te zijn voor kiezers. De lonen in de publieke sector zullen een maand later volgen.
Wat met de lonen in de privésector?
Die worden ook geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex, maar het moment van aanpassing verschilt per sector. Sectoren zoals de bankensector passen het loon om de twee maanden aan, terwijl anderen zoals de horeca slechts één keer per jaar indexeren.
Sommige sectoren passen hun lonen vaker aan, zoals de banksector en de bouw. Dit kan resulteren in een snellere indexering voor werknemers in deze sectoren. Echter, het is belangrijk op te merken dat een hoger brutoloon niet noodzakelijk betekent dat je ook meer netto overhoudt, omdat de laatste euro's die je verdient zwaarder belast worden. Pardon?
Als je brutoloon met bijvoorbeeld 2 procent stijgt, zal je nettoloon niet noodzakelijk met hetzelfde percentage toenemen. Dit komt doordat de laatste euro's die je verdient, onderhevig zijn aan een hoger belastingtarief dan de eerste.
Arbeidseconoom Stijn Baert geeft bij ‘HLN’ een voorbeeld: “Laten we zeggen dat je een loonsverhoging krijgt die je inkomen boven de belastingschijf van 48.320 euro brengt, waar je vijftig procent belasting betaalt. In dat geval zal een deel van je extra inkomen met dit hogere tarief worden belast, wat betekent dat je uiteindelijk minder overhoudt dan het bedrag van je loonsverhoging in brutoloon.”
Sociale ongelijkheid
Interessant genoeg profiteren mensen met hogere inkomens relatief meer van deze indexering, omdat ze een kleiner deel van hun inkomen in de hogere belastingschijven hebben. Voor mensen met lagere inkomens kan een loonsverhoging resulteren in een groter deel van hun inkomen dat wordt belast tegen hogere tarieven, waardoor ze minder profiteren van de verhoging.
Daarnaast vermindert de Vlaamse jobbonus naarmate je inkomen stijgt. Dit betekent dat hogere inkomens minder profiteren van deze bonus, wat de ongelijkheid in de voordelen van een loonsverhoging vergroot.