Midden april ging een workshop Decolonizing Philosophy aan de Universiteit Antwerpen (UA) door. De workshop wil (jonge) onderzoekers buiten de gebaande paden van de universiteit laten denken. De workshop besprak vragen als: hoe kan of moet filosofie gedekoloniseerd worden? Hoe verhouden 'witheid' en het academische instituut zich tot elkaar? Wat doen we met curricula en bibliotheken? Wat weten we van niet-Westerse filosofie? Welke rol speelt taal in het dekolonisatieproces?
Vlaams parlementslid Chris Janssens (VB) stelde over het onderwerp een schriftelijke vraag aan bevoegd minister Somers.
Parlementslid Janssens: “Het concrete programma dat via een verwijzing te bereiken is, is enkel eentalig in het Engels weergegeven. In dat programma vindt men op verschillende plaatsen passages terug die gekwalificeerd zouden kunnen worden als racisme en haatzaaierij, aangezien aan ‘whiteness’ (waarmee een blanke huidskleur wordt bedoeld) herhaaldelijk negatief wordt gerefereerd.” Het parlementslid wil weten of de Vlaamse overheid dit subsidieert.
Somers: "In de uitnodiging wordt wel gesteld dat dit initiatief mee gefinancierd wordt door OJO-omkadering (middelen van wetenschapsbeleid die aan universiteiten toegekend worden, die ze autonoom besteden) en het departement Filosofie (UAntwerpen). Universiteiten kunnen zelf beslissen hoe zij deze middelen alsook hun reguliere middelen inzetten om de doelstellingen uit het OJO-Besluit te realiseren." Kortom, de middelen komen dus indirect van Vlaanderen.