Waarom zitten Vlieghe en Vandenbroucke als beteuterde kleuters met een mondmasker op in ‘Terzake’?
“Wat we vooral willen vermijden is dat we in een lawine van versoepelingen terecht komen”, zegt Marc Van Ranst een dag nadat het Overlegcomité had aangekondigd dat (onder meer) de kappers op 13 februari – onder strenge voorwaarden – weer mogen werken. “De getallen zijn nog wat te hoog.”
Van Ranst is net als zijn collega-wetenschappers niet enthousiast over de nieuwe maatregelen. De jongens en de meisjes van de getallen zijn immers gepasseerd door de politiek. De drempelwaarden die de regering/wetenschappers naar voren hadden geschoven, hebben we nog niet gehaald, en toch werd besloten om de eerste voorzichtige versoepelingen toe te laten.
Vanaf 13 februari mogen niet alleen de kappers weer open, maar ook dierentuinen en -parken. Georganiseerde huisbezoeken voor de verhuur en verkoop van huizen zijn vanaf dan ook toegelaten. Campings, bungalowparken en vakantieparken mogen op hun beurt komende maandag, op 8 februari, openen. Eerder dan de anderen, maar dat komt omdat de Raad van State het ministerieel besluit over hun sluiting deze week terugfloot.
Om het ongenoegen over die beslissing duidelijk te maken gingen Erika Vlieghe met haar partner in crime, minister Frank Vandenbroucke, mondmaskers zitten dragen in ‘Terzake’. “Niet om het moeilijk te maken, maar omdat ik altijd een masker draag als ik binnen ben", legde Vlieghe uit. “Ik krijg veel commentaar dat het erg verwarrend is wanneer ik het niet draag voor de camera. We weten dat jullie ventilatie uitstekend is - houden zo - maar dubbelop kan mijns inziens geen kwaad. En als je het adviseert, moet je het ook zelf doen.”
En daarmee worden wij – gewoon volk – nogmaals betutteld en herleid tot domoren die moeten worden heropgevoed. Gelooft het intelligente duo Vlieghe en Vandenbroucke nu echt dat de kijker niet begrijpt dat het in een tv-studio geen kwaad kan om zonder mondmasker te praten?
Langs alle kanten en op alle manieren ventileren de wetenschappers hun teleurstelling. “De redenering is dat we versoepelen omdat de cijfers stabiel zijn”, zegt Molenberghs. “Maar daar moet je mee oppassen. De coronacijfers zitten nog steeds op een plateau.”
Dirk Devroey, professor huisartsengeneeskunde - doemdenker nummer één - zegt zelfs ‘in shock’ te zijn. “We zitten op een vat buskruit dat elk moment kan ontploffen.“ In de ogen van Devroey heeft de regering toegegeven aan de sector, omdat die net hard genoeg schreeuwde. “ Ik zou nu als café-uitbater ook hard beginnen roepen. Dat signaal van toegeven aan de hardst roepende is niet correct”, vindt Devroey. Ook hij beoefent de kunst van het neerkijken op het domme volk en spreekt 'het' toe als kleuters.
“De politieke realiteit zegt dat kappers, die na een week sluiting geen essentieel beroep zijn, na een paar maanden wel essentieel zijn”, zegt Van Ranst. Een ludieke ezelsstamp aan de politici. “Dat begrijpen we. Het is ook een economische sector die al maanden steunmaatregelen krijgt, wat aandikt. Dat begrijpen we ook. Maar het is een andere realiteit dan de onze, de epidemiologische en virologische.”
Is er niet nog een andere realiteit dan? De échte realtiteit, die al een jaar lang wordt gewogen en gemeten en wordt herleid tot een statistiek: de realiteit van het gewone dagelijkse leven.
