Strenger straffen, meer straffen of niet meer straffen?
“We zullen de straffeloosheid uit de weg ruimen”, scandeerde minister van Justitie Minister Van Quickenborne (Open Vld) midden juni. Hij ontvouwde daarvoor een stoutmoedig en populistisch plan waarmee hij met de politieke forsballen rolde. "Vanaf 1 december moeten alle straffen, ook kleine straffen effectief uitgezeten worden in de gevangenis." Daarvoor kwam hij met een resem maatregelen die zijn gelijke niet kent.
Doch, nu vertelt Van Quickenborne in ‘De Standaard’ dat rechters vanaf 2022 bij de laagste categorie misdrijven geen vrijheidsberovende straf meer kunnen opleggen. Wie - bijvoorbeeld - het vandaaltje uithangt, muren en treinen bespuit met verf of een corona-inbreuk begaat (gesteld dat er tegen die tijd alweer een lockdown is) hoeft niet te vrezen dat ie even niet in zijn eigen bed zal slapen. Van Quickenborne wil gevangenisstraffen ook niet verhogen, behalve voor seksuele misdrijven.
Nu begrijpen we dat hij half juni verkondigde dat hij elke veroordeelde wilde opsluiten in de gevangenis. Perfect haalbaar als je niet meer naar de gevangenis moet. Toch?