Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Zou de meerwaardetaks alleen niet maar de sterkste schouders treffen? Vergeet het maar

Redactie - 17-02-2025

De meerwaardetaks: de plundering van de kleine belegger die zijn pensioentje wil opkrikken.

De federale regering probeert het mooi te verkopen: de meerwaardebelasting zou enkel de "sterkste schouders" treffen. Een bijdrage van de rijken, de speculanten, de grote vissen. Maar wie even de rekenmachine bovenhaalt, ziet het meteen: ook wie gewoon een appeltje voor de dorst opzijzet, wordt genadeloos geraakt. Pensioenopbouw door beleggingen? Vergeet het. De fiscus staat klaar om te cashen.

Socialistische overwinning met een liberaal randje

De belasting op meerwaarden – een trofee voor regeringspartij Vooruit – bedraagt 10 procent op de winst die je maakt op aandelen, fondsen en obligaties. De Waalse liberalen konden echter wel een royale vrijstelling onderhandelen voor ondernemers die een “aanmerkelijk belang” van 20 procent hebben in een vennootschap. Die krijgen een vrijstelling tot 10 miljoen euro. Voor de gewone spaarder en belegger is er een vrijstelling van amper 10.000 euro. Klinkt genereus, tot je beseft dat wie een leven lang belegt voor zijn pensioen, daar ruimschoots over gaat. En laat dat nu net de reden zijn waarom de belg belegt: niet om te speculeren, maar om de financiële afgrond die zich “pensioen” noemt, wat minder diep te maken.

Pensioenen: het kille rekenwerk

Wie rekent op het wettelijk pensioen alleen, heeft een probleem. Een werknemer krijgt gemiddeld 1.467 euro netto per maand, een zelfstandige moet het doen met 1.143 euro. Armoede loert om de hoek.

Ambtenaren hebben meer geluk: hun pensioen bedraagt gemiddeld 3.381 euro bruto, goed voor zo’n 2.358 euro netto. Mooi meegenomen, maar ook geen vetpot. Toch betekent dat dat een werknemer of zelfstandige zelf moet zorgen voor een spaarpotje om een vergelijkbaar pensioeninkomen te halen.

Hoeveel dan? Wel, als een ambtenaar 20 jaar pensioen geniet, heeft hij over die periode 565.920 euro netto ter beschikking. voor een werknemer betekent dat dat hij een beleggingsportefeuille van minstens 213.840 euro nodig heeft. een zelfstandige moet zelfs 300.000 euro bijeen harken.

Dat bedrag krijg je niet zomaar bij elkaar op een spaarrekening. Beleggen is de enige manier. Maar net daar wringt het schoentje.

De taks die geen genade kent

Hoe vroeger je begint, hoe beter. Zo werkt het magische principe van de samengestelde interest. Geld dat je investeert, genereert winst. en die winst genereert weer extra winst. Let op: als je pas op je vijftigste begint met beleggen, haal je het niet meer in.

En dan komt de overheid aankloppen

Een zelfstandige met 100.000 euro aan beleggingen op zijn vijftigste? Die zal tegen zijn pensioen nog altijd 93.496 euro tekortkomen én mag 9.789 euro meerwaardebelasting ophoesten. Wie slimmer was en al op zijn veertigste begon, geraakt nét rond. maar daar profiteert de staatskas van mee: 22.864 euro belastingen op de winst.

Wat deze taks zo perfide maakt, is dat ze blind is. Ze houdt geen rekening met de leeftijd waarop je begint, je statuut, of hoe groot je pensioen later zal zijn. Of je nu een speculant bent of een brave spaarder, de overheid passeert voor haar deel.

Veilige pensioenen? Pech, de markt bepaalt

Er is nóg een verschil tussen de ambtenaar en de kleine belegger: zekerheid. Een ambtenarenpensioen wordt netjes uitgekeerd, geïndexeerd en op tijd gestort. Een pensioen uit beleggingen? Pure onzekerheid. Beurzen stijgen, beurzen dalen. Wie pech heeft en met pensioen gaat tijdens een beurscrash, ziet zijn spaargeld verdampen. Daar komt nog eens bij dat de belegger ook nog de inflatie goedmaken via zijn rendement. Want waar de overheid pensioenen indexeert, is de markt genadeloos.

Belastingen: het mes dat altijd dieper gaat

Laten we niet naïef zijn: de overheid heeft een kwalijke reputatie als het gaat om belastingen opdrijven. Vandaag is de meerwaardebelasting 10 procent. maar hoe lang blijft dat zo? En wat als het 15 procent wordt? Of 20?

De taks komt bovendien bovenop een waslijst aan andere financiële belastingen: de roerende voorheffing van 30 procent op dividenden, de beurstaks, de Reynderstaks… allemaal extra kosten die het rendement van beleggingen uithollen.

Zelfs met een gemiddeld rendement van 5 procent per jaar – wat lang niet altijd haalbaar is – blijven er amper kruimels over. Kosten en taksen zijn de sluipmoordenaars van rendement.

Wie voor zichzelf zorgt, wordt geplukt

De boodschap is duidelijk: wie verstandig belegt, niet om rijk te worden maar om zijn pensioen op te krikken, wordt geraakt door de meerwaardebelasting. Niet de speculanten, niet de grote investeerders, maar de gewone man die op eigen houtje probeert te bouwen aan een financieel zekere toekomst.

De politiek houdt van slogans als "de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten." maar in werkelijkheid worden de lasten opnieuw verdeeld over de middenklasse. Zij die werken, sparen en beleggen, krijgen de rekening.

Nieuws nationaal Meerwaardebelasting

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken
WIN een Japans Santokumes!