Het aandeel niet-Belgen dat aan de slag is in de zorgsector steeg met 23 procent in vergelijking met 2021. Tien jaar geleden waren er 63% minder niet-Belgen aan de slag. Dat communiceert HR-bedrijf Acerta. Het record? 42 verschillende nationaliteiten in één woonzorgcentrum in Antwerpen. Al blijft Nederlands ook daar de voertaal.
Meer dan 10% van de werknemers in de zorg heeft een andere nationaliteit. In andere sectoren stagneert de instroom, maar dus niet in de zorg. Het totale aandeel blijft wel lager dan het gemiddelde over alle sectoren heen. De diploma’s die vereist zijn en de taalbarrière vormen een struikelblok, al blijven er heel wat helpende handen nodig in de zorg.
Geen klachten over niet-Belgen
In Woonzorgcentrum OLV in Antwerpen zijn 42 verschillende nationaliteiten aan de slag. “Ze weerspiegelen de maatschappij”, geeft directeur Caroline Giraud mee. Wel moeten alle medewerkers Nederlands spreken, van zorgkundige tot onderhoudsmedewerker. Op de werkvloer mag geen andere taal gesproken worden. Er kunnen lessen gevolgd worden op het werk, tijdens de werkuren. Op de werkvloer krijgen ze lessen in woordenschat die ze ook effectief nodig hebben. Daarnaast volgen nog heel wat mensen Nederlands in avondschool. Volgens de directeur maakt niemand van de bewoners een probleem van het soms nog gebrekkige Nederlands. “Als erover geklaagd wordt, is het eerder door familie”, geeft ze mee.
De krapte op de arbeidsmarkt en zeker in de zorg, doet het OLV nog meer investeren in personeel. Zo worden de buitenlandse medewerkers ook gestimuleerd om bij te studeren als ze meer in hun mars hebben. De directeur ziet haar personeelsbestand alvast een verrijking voor de bewoners. “Sommige van onze bewoners zijn nog nooit in contact geweest met andere culturen. Nu leren ze veel bij.”