De Vlaamse overheid moest in oktober 2022 nog maatregelen nemen in 24 inbreukdossiers. Het gaat om 12 inbreukdossiers wegens laattijdige omzetting van richtlijnen en 12 inbreukdossiers wegens niet-correcte toepassing van richtlijnen of andere bronnen van het Europees recht.
Ter vergelijking: het aantal Europese inbreukdossiers wegens laattijdige of niet correcte omzetting van Europese regelgeving door Vlaanderen, was gedaald tot een historisch minimum eind 2016. In december 2016 waren er slechts 9 dergelijke inbreukdossiers hangende.
De Vlaamse overheid was in oktober 2022 betrokken in 18 inbreukdossiers waarin de nodige maatregelen reeds werden genomen (= de afgeronde inbreukdossiers). Het gaat om: 12 inbreukdossiers wegens laattijdige omzetting van richtlijnen en 6 inbreukdossiers wegens niet-correcte toepassing van richtlijnen of andere bronnen van het Europees recht.
Concreet gaat het bijvoorbeeld om dossier ‘2020/0382(EU)’ 2019/851- Afvalstoffen onder Demir. De Commissie meent dat Vlaanderen in gebreke blijft in de omzetting van art. 8, lid 3 van de Richtlijn. Vlaanderen betwist dit in zijn bijdrage aan het Belgische verweer.