Begin 1991 hangt het politieke lot van minister Mark Eyskens van buitenlandse zaken - en misschien zelfs van de hele regering - aan een zijden draad na de onthullingen die aantonen dat de minister al lang vóór het ontdekken van de aanwezigheid van terrorist Walid Khaled in Brussel, op de hoogte was of minstens had moéten zijn van diens reis naar Brussel.
Herman Van Rompuy, Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens komen tot de conclusie dat Eyskens beter zijn ontslag aanbood. Daar werd inmiddels druk over gespeculeerd. Als minister droeg hij immers de politieke verantwoordelijkheid. Maar Eyskens weigerde een stap opzij te zetten. Hij eiste dat het parlement zou beslissen over zijn ministeriële verantwoordelijkheid. Martens nam uiteindelijk de verdediging van Eyskens op zich.
Twee topambtenaren van het ministerie van buitenlandse zaken hadden eerder ontslag genomen. Ze stelden zich verantwoordelijk voor het bezoek van de terrorist Walid Khaled aan ons land. Die vreemde zaak rond Khaled is nooit helemaal duidelijk geworden.
Vandaag is er heisa rond de burgemeester Alireza Zakani van Teheran. Bovendien filmden Iraanse geheime agenten betogers.
Politici wijzen nu naar elkaar. Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) liet weten dat Pascal Smet “ondanks het negatieve advies van Buitenlandse Zaken besloten heeft om onder meer de burgemeester van Teheran uit te nodigen op de Brussels Urban Summit. Hij vroeg onze diensten uitdrukkelijk zich niet te verzetten tegen deze beslissing en benadrukte het belang voor het Brussels Gewest om Teheran vertegenwoordigd te zien op dit evenement.”
Die zaak zal dringend uitgeklaard moeten worden: wie besliste wat en wanneer. Wie was wanneer op de hoogte?
Terug naar Eyskens. Tijdens een kernkabinet van dinsdag 22 januari 1991, waar over zijn lot werd beslist, vielen er harde woorden. Eyskens had een verklaring voorbereid, maar raakte verstrikt in zijn eigen uitleg. ‘Mark, wat je nu komt te vertellen, klopt van geen kanten’, zei Philippe Moureaux (PS) gepikeerd. ‘Je bent werkelijk fantasie aan het verkopen!’ Mark maakte geen goede beurt en hij zou het zeker niet hebben gehaald als Jean-Luc Dehaene en premier Martens hem niet zo hadden gesteund.
foto: wikipedia