De appel viel niet ver van de boom.
Op een zolder in Oostenrijk werden brieven van de vader van Hitler ontdekt. Volgens de Oostenrijkse historicus Roman Sandgruber blijkt daaruit dat de appel niet ver van de boom viel. Tot nu toe werd aangenomen dat Hitler haatgevoelens tegenover de Joden ontwikkelde toen hij naar Wenen verhuisde. Uit de brieven blijkt echter dat ook vader Alois een extreem kantje had.
De papa van Adolf, een douanebeambte, was een betweter die een erudiete landeigenaar wilde zijn, verheven boven alle anderen. Vader en zoon hadden beiden een afkeer van de autoriteiten en deelden ook antireligieuze gevoelens. Beiden overschatten ze ruimschoots hun eigen capaciteiten en autodidactische kennis.
Sandgruber, die maandag een boek publiceerde met zijn bevindingen, analyseerde 31 tot hiertoe onbekende brieven die Alois Hitler schreef aan een man die hem een boerderij had verkocht in het Oostenrijkse dorp Hafeld. Een afstammelinge van die man klopte vijf jaar geleden aan bij Sandgruber en vertelde hem over de brieven die ze onder het dak van haar huis had aangetroffen.
Een sterk verhaal dat door velen wellicht te sterk is om waar te zijn.
