Twee keer zoveel Belgen zouden er recht op hebben.
CD&V wil het sociaal tarief voor energie grondig hervormen. De regeringspartij stelt voor om het voordeeltarief niet langer exclusief aan een sociaal statuut te koppelen, maar in plaats daarvan ook aan het inkomen van de burger. Dat zou ertoe kunnen leiden dat maar liefst 1 op de 5 Belgen — dubbel zoveel als vandaag — in aanmerking komt voor lagere energiekosten. CD&V benadrukt dat het essentieel is dat de korting enkel toegekend wordt aan degenen die het echt nodig hebben.
Vandaag de dag ‘profiteren’ net geen half miljoen huishoudens van het sociaal tarief voor elektriciteit (482.278) en 307.255 huishoudens van het sociaal tarief voor aardgas. Dit betekent dat ongeveer 10 procent van de Belgische energieafnemers momenteel als 'beschermde klant' geregistreerd staat bij hun energieleverancier. Dit systeem - dat bedoeld is als een steunmaatregel voor kwetsbare groepen - biedt aanzienlijke besparingen op de energiefactuur voor bijvoorbeeld leefloners, mensen met een handicap, ouderen met een zorgbudget, en huurders van sociale appartementen. Het sociaal tarief resulteert in honderden euro’s minder per jaar voor energieverbruik. En dat is een substantiële verlaging die een ademruimte biedt in de financieel moeilijke tijden van nu.
Hervorming: Van sociaal statuut naar inkomenscriteria
CD&V heeft echter kritiek op de huidige regeling. Het sociaal tarief is nu uitsluitend beschikbaar voor mensen met een sociaal statuut, zonder rekening te houden met het inkomen. Dit leidt volgens de partij tot onbedoelde uitsluiting. "De situatie zoals die nu is, zorgt ervoor dat mensen met een leefloon wel toegang hebben tot het sociaal tarief, terwijl werkende gezinnen met een bescheiden inkomen daar geen aanspraak op kunnen maken," zegt Nahima Lanjri, federaal parlementslid voor CD&V. Volgens haar zou het systeem moeten worden aangepast, zodat ook mensen die wel werken maar met een laag inkomen zich kunnen kwalificeren voor de voordelen van het sociaal tarief. "Het is belangrijk dat de steun daadwerkelijk terechtkomt bij wie het nodig heeft, ook bij werkende mensen die slechts net boven het minimuminkomen zitten."
Lanjri geeft het voorbeeld van een alleenstaande moeder die deeltijds werkt voor weinig meer dan een leefloon. "Haar inkomen is net boven het minimum, maar zij komt niet in aanmerking voor het sociaal tarief, terwijl iemand die volledig afhankelijk is van een leefloon wél profiteert van de korting. Dit creëert perverse prikkels en houdt inactiviteitsvallen in stand." Ze benadrukt dat het doel van de hervorming is om mensen niet te ontmoedigen om te werken, maar hen juist aan te moedigen om hun inkomen te verhogen zonder het risico te lopen op verlies van noodzakelijke steun.
Inkomensgrenzen en getrapt systeem
Het voorstel van CD&V is om het sociaal tarief niet langer vast te koppelen aan een sociaal statuut, maar aan het inkomen. Dat inkomenscriterium zou afgestemd moeten worden op de huidige inkomensgrens voor de verhoogde tegemoetkoming, die nu 28.101 euro per jaar bedraagt, plus 5.202 euro per gezinslid. Dit betekent dat gezinnen met een inkomen net boven de grens voor verhoogde tegemoetkoming — en die daaronder vallen — in aanmerking zouden komen voor een sociaal tarief dat in afnemende mate wordt verlaagd naarmate hun inkomen stijgt. "Zo wordt het sociaal tarief op een eerlijke manier verdeeld, zonder dat iemand in de steek wordt gelaten omdat hun inkomen net te hoog is," aldus Lanjri.
Het voorstel gaat verder met een "getrapt systeem", waarbij de korting proportioneel afneemt naarmate het inkomen toeneemt. Dit zorgt ervoor dat mensen niet ontmoedigd worden om te werken of meer uren te draaien, omdat ze bang zouden zijn hun sociale voordelen te verliezen.
Hervorming kan dubbele impact hebben op Belgen
Hoewel de hervorming nog niet definitief is, zou - mocht het voorstel van CD&V door de bevoegde minister van Energie, Mathieu Bihet (MR), worden overgenomen - het aantal Belgen dat recht heeft op het sociaal tarief verdubbelen. In 2023 had 20,4 procent van de Belgen recht op de verhoogde tegemoetkoming, wat neerkomt op meer dan één op de vijf burgers. Dit percentage blijft jaar na jaar toenemen, met opvallende verschillen per regio. In Brussel heeft één op de drie inwoners recht op een sociaal statuut, terwijl in Wallonië ongeveer één op de vier en in Vlaanderen één op de zes in aanmerking komt voor extra sociale voordelen.
Wie gaat het betalen?
Aangezien de hervorming budgetneutraal moet zijn, voorziet CD&V strengere controles om te zorgen dat de voordelen terechtkomen bij de echte behoeftigen. Lanjri pleit ervoor dat er naast het inkomen ook gekeken wordt naar andere vermogensbronnen, zoals huurinkomsten. "Er zijn nu gevallen waarbij mensen met een sociaal statuut — bijvoorbeeld vanwege een handicap — het sociaal tarief ontvangen, ondanks dat zij aanzienlijke vermogens hebben geërfd of regelmatig huurinkomsten ontvangen. Dergelijke gevallen moeten worden uitgesloten," zegt Lanjri.
Deze striktere controles zijn noodzakelijk om te waarborgen dat het sociaal tarief effectief alleen wordt toegekend aan diegenen die daadwerkelijk in financiële moeilijkheden verkeren, zonder dat misbruik van het systeem plaatsvindt.
Hoewel de hervorming dus geen extra budgetten vrijmaakt, beoogt CD&V met een zorgvuldige afweging van inkomens en bezittingen een eerlijke en noodzakelijke steun te bieden aan de Belgen die het het meest nodig hebben.
De hervorming van het sociaal tarief door CD&V biedt - naar eigen zeggen - een gedurfde en noodzakelijke stap naar een rechtvaardiger systeem voor energiehulp, waarbij het inkomen van de burger centraal staat en niet enkel het sociale statuut.
We zullen zien.