Midden september 2018 wil de Catalaanse leider Carles Puigdemont dat een Belgische onderzoeksrechter de bespionering van zijn auto's grondiger onderzoekt.
Al op 8 februari deden de medewerkers van de afgezette Catalaanse minister-president aangifte bij de politie van Waterloo. Onder een van hun huurwagens hadden ze een toestel met een lokalisatiesysteem gevonden. Het labo van de technische politie besloot volgens De Tijd dat zowel de gebruikte technologie als de manier waarop het spionagetoestel op de wagen was gemonteerd, het werk was van professionals. Bij het inspecteren van een andere huurwagen die Puigdemont in ons land gebruikte, werd nog zo'n gps-tracker gevonden, op een zeer discrete en moeilijk bereikbare plaats. De speurders ontdekten dat nog meer ‘bakken’ moeten zijn geplaatst op de wagens, ook al waren die niet meer te vinden.
Ten tijde van de indiening van het onderzoeksverslag in 2018 had het Comité I zich ertoe verbonden de rechterlijke overheid bij het parket van Waals-Brabant om opheldering te verzoeken. Dit dossier is volgens de voorzitter van het Comité I nog steeds in de onderzoeksfase en de onderzoeksmagistraat wil geen kopie van het dossier geven.
De begeleidingscommissie had ook het Comité P de opdracht gegeven om een toezichtsonderzoek uit te voeren naar de werkzaamheden van de politie in dit dossier. De politiediensten hadden onder het voertuig van de heer Puigdemont een tracker opgemerkt, maar de herkomst ervan kon niet worden bepaald.
Het Comité I heeft ondertussen vastgesteld dat de Belgische inlichtingendiensten niet tussenbeide waren gekomen in dit dossier. Men weet (officieel) dus nog steeds niet wie de tracker heeft geplaatst.
