Er zijn alleen maar verliezers.
“Na meer dan 150 jaar verwelkomen we deze vier(!) kleine boefjes: de Bosland Daltons. Welkom terug in Vlaanderen”, twitterde Zuhal Demir eind juni. Wie toen de wenkbrauwen durfde te fronsen, werd verketterd als dierenhater. Doch, een jaar later moet zowel Wolf als mens boeten voor het naïeve geloof dat ze samen kunnen leven in een land dat voor een wolf te klein is. Je kan het een roofdier niet kwalijk nemen dat hij kiest voor levend fastfood dan om te gaan jagen op natuurlijke wijze.
Na meer dan 150 jaar verwelkomen we deze vier(!) kleine boefjes: de Bosland Daltons. ?
Welkom terug in Vlaanderen! pic.twitter.com/SI7KVKzCcB
— Zuhal Demir (@Zu_Demir) June 23, 2020
Enkele dode pony’s, schapen en koeien later, hebben de Limburgers het gehad met de wolf. “Elk dier dat door de wolf gedood wordt, is een verlies, niet alleen financieel, maar ook emotioneel”, klinkt het. Maar het gaat verder dan dat. Wie in de buurt van het wolvengebied woont, is bang dat er menselijke slachtoffers gaan vallen. “Wolven vallen geen mensen aan”, roepen ‘experten’ uit. De geschiedenis geeft hen statistisch ongelijk.
En dus zakten jonge boeren, oudere landbouwers, landelijke gildes, wijkverenigingen en bewoners uit de buurt en van de omliggende gemeenten, No Wolves Benelux en nog andere actiegroepen, massaal af naar Meeuweneinde voor een “vredige wolvenwandeling”. “Wolf weg”, lezen we op een protestbord. Zo zou je het ook kunnen zeggen natuurlijk.
Een wolf is beschermd, tenzij het een probleemwolf is. Nee, het moet een probleemsituatie zijn, klinkt het. Het gevolg is een semantische discussies tussen groene jongens en mensen die gewoon een gewoon leven willen leiden en het niet zien zitten om zichzelf te barricaderen om de grote boze wolf buiten te houden.
“Op 12 oktober tijdens het burgemeestersoverleg zal ik 15 maatregelen voorstellen”, zegt de burgemeester van Oudsbergen Marco Goossens in ‘Het Nieuwsblad’. "Onder meer het wolvenprotocol moet sneller geëvalueerd worden en de aanstelling van een schadeafhandelaar, vanuit Vlaanderen, is noodzakelijk.”
Of dat genoeg is, is zeer twijfelachtig
