Als Demir straks gelijk krijgt, graait de VREG nog dieper in onze portemonnee.
Hoe zwaarder je het net belast – de piekmomenten – hoe meer je betaalt. Dat is in twee woorden de opzet van het capacitietstarief waar we sinds 1 januari aan vast hangen. Een soort van heropvoedingsmethode: wie zuinig omgaat met elektriciteit wordt beloond, wie teveel tegelijk gebruikt, zal dat voelen in zijn portemonnee.
Vlaams energieminister Zuhal Demir (N-VA) vond het niet echt eerlijk omdat het capaciteitstarief alleen werkt voor wie een digitale meter heeft. Wie een analoge meter heeft, betaalt de minimumbijdrage én een hoger nettarief per kWh dan iemand met een digitale meter. Gemiddeld betaalt iemand met een oude meter 2,1 eurocent meer per kWh. Een van haar grote bezwaren is dat er momenteel dus twee capaciteitstarieven bestaan: een voor wie nog een klassieke meter heeft, en een voor wie al een digitale meter heeft. Dat is in strijd met het beginsel dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet.
Demir had dus liever dat de VREG had gewacht met het capaciteitstarief tot de meeste Vlamingen een digitale meter hebben, en trok naar de rechter. Maar dat zou wel eens net het tegenovergestelde in de hand kunnen werken.
Het hof van beroep van Brussel moet er zich concreet over uitspreken of het juridisch door de beugel kan dat de VREG besliste om de invoering van het capaciteitstarief zes maanden te verdagen van 1 juli vorig jaar naar 1 januari van dit jaar. De VREG besliste dat op het allerlaatste moment, een paar dagen voor die bewuste eerste juli.
Als de rechters ingaan op de vraag van minister Demir, een vernietiging dus, betekent dat dat de eerdere beslissing van de VREG om het capaciteitstarief al in te voeren vanaf 1 juli 2022 opnieuw geldt. Begrijpe, wie begrijpen kan. Dan moet het elektriciteitsverbruik van Vlaamse gezinnen al vanaf die datum voor een deel berekend worden op basis van dat nieuwe tarief.
Tijdens de zitting bleek dat de Vlaamse energiesector daar zeer bezorgd over is. De rechters werd aangeraden om in het geval van een vernietiging maatregelen te nemen om de invoering met terugwerkende kracht koste wat kost te vermijden.
Het hof van beroep zal ten laatste op 15 maart een uitspraak doen.
