Het Bureau van het Executief van de Moslims van België (EMB of Moslimexecutieve) en de Coördinatieraad van de Islamitische Instellingen van België hebben tot hun spijt kennis genomen van de eerdere beslissing van de minister van Justitie Van Quickenborne om het proces van de erkenning van de Grote Moskee van Brussel op te schorten, dat vergezeld ging door de minister van verklaringen en beschuldigingen van ‘pseudo-inmenging door het buitenland’. Beide islamitische instellingen vechten deze verklaringen, die volgens hen door geen enkel bewijs werden gestaafd, aan.
De vice-voorzitter van het EMB, Salah Echallaoui heeft zich wel preventief en zonder erkenning van deze volgens hem ongegronde beschuldigingen teruggetrokken. Beide instellingen in een gemeenschappelijke verklaring: “We steunen zijn beslissing om af te treden met tegenzin. Wij verklaren ook dat we ten volle overtuigd zijn van de integriteit en oprechtheid van de heer Echallaoui, die deze beschuldigingen weerlegt.” Tegelijk zullen Echallaoui en beide instellingen via ‘alle juridische wegen optreden’ tegen deze onaanvaardbare beschuldigingen.
Tot slot willen beide islamitische instellingen de Belgische politici en de gesprekspartners bij de overheid er ook aan herinneren dat ze ‘geen enkele poging tot inmenging zullen accepteren’ in zaken die hun eredienst aanbelangen door diegenen die profijt willen halen uit dit nieuws. Hiermee bedoelen ze allicht dat ze geen inmenging van Belgische politici zullen aanvaarden. De gemeenschappelijke verklaring van de islamitische instellingen in België is zeker niet van die aard om de plooien glad te strijken en bevat dus allerminst verzoenende taal.