“Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.”
Het werk van Jan Fabre kan je bezwaarlijk preuts noemen. Als je bloot wil zien, pik dan een voorstelling van Fabre mee en je wordt urenlang, en urenlang, en urenlang bedient met
Wie gaat werken bij Fabre weet waar hij/zij zich aan mag verwachten en weet ook dat het creatief proces in aanloop naar een voorstelling niet te vergelijken is met het uitwisselen van je postzegelverzameling. Werken in het theater is sowieso anders dan een job als ambtenaar. De kans dat je als danser/acteur je broek mag aanhouden bij Fabre is zo goed als nihil.
Nu goed, de aanklacht tegen Fabre gaan niet over zijn werk, maar over zijn werkmethode. In het najaar van 2018 verschenen in verschillende kranten, die kunst en cultuur hoog in het vaandel dragen, een open brief van een aantal (voormalige) dansers/werknemers van het dansgezelschap in het kader van de toenmalige wereldwijde #metoo-onthullingen. Daarin werd hofleverancier Jan Fabre pesterijen, intimidatie, machtsmisbruik, psychologische spelletjes en seksueel overschrijdend gedrag verweten. Het arbeidsauditoraat startte een onderzoek en heeft nu beslist om het dossier voor de correctionele rechtbank te brengen. De zaak wordt ingeleid op 21 september.