Schaamteloos: Iedereen besparen, behalve de koninklijke familie.
Alle Belgen gelijk voor de wet als het op besparen aankomt. Maar voor onze vorst maken we volgaarne een uitzondering. De Belgische koninklijke familie blijft zich financieel goed indekken tegen de inflatie. Vanaf januari 2025 tikt de Civiele Lijst van koning Filip de kaap van 15 miljoen euro aan, goed voor een indexatie van 298.000 euro. Leg dat maar eens uit aan wie straks moet inleveren op zijn uitkering. Onze wijze koning is overigens niet de enige die mag rekenen op een verhoging. Ook koning Albert, prinses Astrid en prins Laurent zien hun jaarlijkse dotatie stijgen. Waar wordt dat royale kapitaal eigenlijk aan besteed, en wie moet zich verantwoorden?
Filips Civiele Lijst: onbeperkt discretionair speelgeld
Laten we beginnen met het kroonstuk van de koninklijke portemonnee: de Civiele Lijst van koning Filip. Voor 2025 bedraagt deze maar liefst 15.194.000 euro. Hiermee betaalt de koning onder meer zijn hofpersoneel, officiële activiteiten en, jawel, de energiefacturen van het paleis. Kleiner gaan wonen, de EPC-waarde verbeteren is geen optie. Maar, Koningin Mathilde heeft geen aparte vergoeding; haar kosten worden eveneens uit deze pot vergoed.
Nog een leuk weetje: de Civiele Lijst ontsnapt volledig aan financiële controle. Noch het parlement, noch de regering, noch het Rekenhof heeft enig zicht op hoe dit bedrag wordt besteed. Filip hoeft zijn uitgaven niet te verantwoorden. Een discretionaire pot, zeg maar, waarin de koning vrijelijk kan tappen. En dat in tijden waarin de gemiddelde Belg de broekriem moet aanhalen.
Albert: koninklijk pensioen van 99.000 euro per maand
Nog meer schaamteloosheid. Ook koning Albert, bij het volk bekend als Bert Bibber, krijgt een indexatie van zijn dotatie. In 2025 zal hij jaarlijks 1.189.000 euro ontvangen, een stijging van 24.000 euro ten opzichte van dit jaar. Toen hij in 2013 afstand deed van de troon, bedroeg zijn jaarlijkse toelage nog ‘slechts’ 923.000 euro. In die periode probeerde hij zelfs een hoger “pensioen” los te peuteren bij de regering, zonder succes evenwel? Nu ja, een ‘non’ heb je, een ‘oui’ kan je krijgen. Gelukkig ging hij er dankzij de jaarlijkse indexering alsnog fors op vooruit. We willen de man niet zien gaan bedelen in de Brusselse Nieuwstraat.
Omgerekend betekent dit dat Albert maandelijks 99.000 euro ontvangt. Met dat bedrag kan hij comfortabel zijn oude dag doorbrengen in zijn luxueuze villa in Italië. Zou de Belgische belastingbetaler zich afvragen hoe het koninklijke huishouden ooit van die indexatie afkomt? Wie ligt er van wakker?
Laurent en Astrid: kleine brokken van de taart
Prins Laurent en prinses Astrid, de jongere broer en zus van koning Filip, ontvangen in vergelijking een schamele 400.000 euro per jaar. Voor hen betekent de indexering een verhoging van slechts 9.000 euro in 2025.
Prins Laurent blijft een wandelend koninklijk vraagteken. Dit jaar kondigde hij aan dat hij “een nieuw leven in Italië” voorbereidt en mogelijk afstand zal doen van zijn dotatie. Tot op heden is daar niets van in huis gekomen. Tegelijk voert hij via de rechtbank een juridische strijd om toegang te krijgen tot sociale zekerheid voor zijn gezin – iets waar hij door zijn dotatiestatus geen recht op heeft. Een koninklijke paradox op zijn best.
Astrid, vaak de meer serieuze van de twee, blijft grotendeels uit de schijnwerpers, maar verliest haar dotatie niet uit het oog. Zij voert jaarlijks plichtsgetrouw een activiteitenverslag in bij de premier en legt verantwoording af aan het Rekenhof. Een formaliteit waarmee ze haar toelage wettigt. Ontroerend.
Elisabeth en Delphine: geen dotaties, wel drama
Kroonprinses Elisabeth, die al vijf jaar oud genoeg is om een dotatie te ontvangen, weigert die op te eisen zolang ze studeert. Haar volledige financiële “erfenis” gaat pas in werking wanneer ze afgestudeerd is aan Harvard in 2026. Tot dan houdt ze het bij een sobere rol als toekomstige vorstin-in-opleiding.
En dan is er prinses Delphine, het ongelukje van koning Albert, die geen recht heeft op een dotatie omdat ze geen officiële rol binnen de monarchie vervult. Delphine verdient haar brood als kunstenares en heeft herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat ze geen financiële steun van de staat wil. Wat haar wel stoort, is de structurele uitsluiting bij koninklijke evenementen.
Delphine stuurde vorig jaar nog een pittige brief naar premier De Croo, maar blijft op uitnodigingen voor gelegenheden zoals Koningsdag telkens opnieuw op haar honger zitten. “Ik word uitgesloten omdat mijn ouders niet getrouwd waren toen ik werd geboren,” liet ze via Instagram optekenen. Het gebrek aan erkenning voor haar plek binnen de koninklijke familie blijft haar een doorn in het oog.
Kritiek op de ‘koninklijke inflatiebonus’
Dat de dotaties jaarlijks stijgen, oogst gelukkig steeds meer kritiek. Laat de gemiddelde Belg maar worstelen met torenhoge energiekosten en stijgende prijzen en blijf het koningshuis jaar na jaar maar indexeren. Vooral het gebrek aan controle over de Civiele Lijst van koning Filip is een doorn in het oog van iedereen met gezond verstand. De monarchie leeft in een parallel universum.
Met een totale jaarlijkse dotatiewaarde die richting de 20 miljoen euro tikt, blijft de vraag actueel: hoeveel is te veel voor een ceremonieel koningshuis? De kloof tussen de gewone Belg en de royals groter dan ooit.
(Foto: Philip Reynaers/Photo News)