Duizend bommen en garnalen.
Op 15 februari kreeg de Oostendse garnaalkroket van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) het statuut van ‘eetbaar erfgoed’. En dat schoot in een verkeerde keelgat bij de burgemeester van Koksijde Marc Vanden Bussche (Open Vld). Hoe kan één kuststad die erkenning claimen terwijl de garnaalkroket een Vlaams streekproduct is van de hele kust? Want, wie weet vissen die Oostendse vissers wel garnalen voor de Koksijdse of Nieuwpoortse kust.
Burgemeester Bart Tommelein (Open Vld) en Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V) gooiden nog olie op het vuur om voor de nieuwscamera’s te laten zien hoe jamjam-lekker ze die Oostendse garnaalkroketten wel niet vinden.
Vanden Bussche is een partijgenoot van Tommelein, maar over de garnaalkroket raken ze het niet eens. “Ik zal de VLAM aanschrijven en hen vragen om die erkenning open te trekken naar de hele kust”, roept Vanden Bussche uit. “De garnaal is de kaviaar van de Noordzee. Ik had van Tommelein meer solidariteit verwacht. In juni organiseren we het wereldkampioenschap om het snelst garnalen pellen. Ik hoop dat we tegen dan uitsluitsel hebben.”
Reactie van Tommelein: “Ik kan de afgunst begrijpen, maar mijn antwoord is simpel: ‘’t leven is voor de rappe’.”
Zullen we dan voor de voorzichtigheid maar een kaaskroket bestellen?