Prins Laurent is altijd in de weer geweest met het verzamelen van belastende informatie over zijn vader. Zijn stelling: als ze mij meesleuren, dan sleur ik mijn vader mee.
Op 20 oktober 1996 trekken zo’n driehonderdduizend mensen door de straten van Brussel als reactie op de zaak-Dutroux. De optocht wordt De Witte Mars genoemd.
In de tweede aflevering van de reportage ‘Laurent: prins op overschot’ wordt daar volgende week even op ingegaan.
Het land stond toen zelfs op springen. De Staatsveiligheid (VSSE) vreesde voor een opstand of het omverwerpen van de staat. Paradoxaal genoeg was koning Albert II toen de enige die nog een beetje geloofwaardigheid had en kon dus erger voorkomen. Maar misschien is de aanval wel de beste verdediging?
In het boek Tous manipulés? van auteurs Marc Toussaint en Xavier Rossey over die zaak-Dutroux vinden we de naam van Albert terug. Sommige politici menen in die periode zelfs dat de rol van Albert uitgespeeld is. Er was een wens van sommigen tot een beleidswijziging: [politicus] Patrick Moriau met name had verklaard tijdens een interview dat hij een ontmoeting met ministers van Staat had om het post-Albert II tijdperk te evalueren. Voor velen was het duidelijk dat de koning zou moeten aftreden en dat hij dat ook zou doen.
Even merkwaardig is dat prins Laurent in die periode een onderhoud vraagt met een van de auteurs van het boek. ‘De prins ondervroeg me [Marc Toussaint] over de mogelijke betrokkenheid van zijn vader in zedenzaken. Hij wist wie ik was, hij wist ook dat ik een zekere kennis van de problematiek had, en de prins wilde eigenlijk weten of zijn vader betrokken partij was. (…) Ik kon alleen maar antwoorden dat ik niets wist, en dat is inderdaad de waarheid.’
Vervolgens gaf Laurent ook een paar persoonlijke getuigenissen aan de auteur die wezen op een malaise binnen de koninklijke familie. De auteur noemt het onderhoud achteraf ‘surrealistisch’.
foto: screenshot VRT